Guidance modelbeoordeling voor Nederland

12-03-2020 19:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 13 maart 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 12 maart 2020 om 19.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag met diverse kernen nabij Schotland vult langzaam op en passeert
vrijdagochtend vroeg ten noorden van ons land in de vorm van een trog.
In ons aandachtsgebied staat een westelijke stroming met aanvoer van
polaire lucht. Hierin passeert komende nacht eerst een restant van een
occlusie, de bovenlucht is dan tijdelijk wel wat minder koud. Overdag
passeert van het noordwesten uit eerst een occlusie, kort gevolgd door
een koufront. Dit laatste systeem ligt 18 UTC min of meer oost-west
georiënteerd van Schotland naar Zuid-Noorwegen en markeert de
achtergrens van de neerslagzone. Vrijdagmiddag rond 12 ut6c komt het
koufront boven het noorden aan. Ten noorden ervan zien we de Td sterk
afnemen. Het koufront trekt vervolgens in activiteit afnemend zuidwaarts
en komt vrijdagavond boven het zuiden tot stilstand. Vrijdagavond trekt
van het westen uit een zuid-noord georiënteerde rug het land. Na
passage van de rug wordt de stroming zuidelijk. Restanten van de zwakke
frontale systemen trekken dan weer noordwaarts.

MODELBEOORDELING:
De diverse modeluitvoer laat een redelijk eenduidig beeld zien van de
passage van de frontale systemen. HAP2 lijkt t.a.v. de convectie vooral
vannacht minder betrouwbaar, er wordt m.i. te weinig activiteit
berekend.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Zuid van het opvullende laag in de nacht en vroege ochtend een 8 Bft. In
het noorden van Friesland en Groningen zijn dan zware windstoten
mogelijk tot 80 km/uur, op de Wadden tot rond 90 km/uur. Overdag van het
westen uit op nadering van de rug afnemende wind..

BEWOLKING:
De bewolking is voornamelijk convectief van aard, bij de occlusie is ook
veel Sc aanwezig. Komende nacht komen de toppen boven land tot
FL120-150. Van het noordwesten uit, op passage van de koudste bovenlucht
kunnen de toppen in de nanacht en vroege ochtend hoger worden, FL200-230
behoort vooral boven het noorden tot de mogelijkheden. Als de buien zich
in lijnen rangschikken, is er ook lage Sc of wat St mogelijk, maar
waarschijnlijk niet op uitgebreide schaal.

NEERSLAG:
Voornamelijk convectief. Overdag zien we ook nog een bijdrage van de
dagelijkse gang. CAPE-waarden zijn overdag in het noorden en oosten in
de orde van 200-400 J/kg, schering ca. 20 knopen, waarschijnlijk enkele
(opgelijnde) multi-cels. Kans op onweer en hagel is duidelijk aanwezig.
In de middag laten alle modellen van het westen uit de
neerslagactiviteit minder worden op nadering van de rug. De structuur
van de occlusie en het koufront zien we morgen overdag nog wel terug in
de diverse modeluitvoer. Noord van het koufront blijft het droog.

ZICHT:
Zichtvermindering alleen tijdens matige buien. In de nacht van vrijdag
op zaterdag is er ten zuiden van het koufront, waar de Td aanmerkelijk
hoger liggen, een signaal voor mist(banken).

TEMPERATUUR:
In de nacht naar zaterdag vooral in het noorden en oosten minima net
onder het vriespunt.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI