Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 05 maart 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 04 maart 2020 om 23.38 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
En lagedrukgebied ten zuiden van Ierland en ter hoogte van Bretagne
koerst via Noord-Frankrijk en Duitsland naar Polen. Aan de noordzijde
bevinden zich een tweetal occlusies die het laag in draaien, hiervan is
de zuidelijkste het meest actief. De noordelijkste dringt vannacht het
zuiden van ons land binnen en trekt langzaam verzwakkend noordwaarts.

MODELBEOORDELING:
Het is nog altijd onzeker hoe noordelijk de regen gaat komen vandaag.
Afgaande op het KEPS zien we dat de kansen op een uursom van meer dan
0,3 mm uiteenlopen van 90% in het zuidoosten tot 10-20% in het noorden
en noordwesten. De 60%-grens loopt van Zeeland naar Drenthe. In de
deterministische run laat Hirlam het nu in het grootste gedeelte van het
land droog, alleen in het zuiden en zuidoosten valt er regen van
betekenis in dit model. Dit komt doordat het laag vlakker is en iets
zuidelijker trekt. Harmonie en EC zitten meer op één lijn, al zitten
de experimentele versies HAP1 en HAP3 tussen EC/Harmonie en Hirlam in.
Vanwege de niet-deterministische situatie gaan we ervan uit dat de regen
in het zuiden en zuidoosten "zeker" is, maar dat er verder naar het
noordwesten en noorden steeds meer in termen van "mogelijk" en "kans op"
gesproken moet worden (op dit moment). Actueel zien de radarbeelden er
wel iets anders uit dan de 23Z-uursommen van de modellen: de actiefste
neerslagband loopt van Bretagne naar Zwitserland i.p.v. naar Marseille.
In de modellen lijkt dit de komende uren wel recht te trekken. De
neerslagsoort wordt aan het einde van vanavond en in de nacht naar
vrijdag mogelijk een aandachtspunt voor het oosten. Dit blijkt niet echt
uit de NESO-plaatjes, maar wel uit de progtemps (bijvoorbeeld EHTW van
06/05Z): met een nulgradeniveau rond 1000 vt en een verzadigd stabiel
profiel tot boven -10°C.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanochtend op nadering van het laag 6 Bft in de kustdistricten. ECMWF
heeft zoals zovaak bijna 1 Bft te weinig boven zee. Met het verder
oostwaarts trekken van het laag neemt de wind van het westen uit weer
af.

BEWOLKING:
Belangrijkste aandachtspunt is het ontstaan van stratus bij de
occlusie(s) door doorvallende neerslag. Hiervoor geldt bovendien
dezelfde onzekerheid als voor de neerslag: hoe verder naar het oosten en
zuidoosten, hoe groter de kans. Na passage van het laag kunnen er in een
noordwestelijke stroming Cb's ontstaan met toppen tot FL120.

NEERSLAG:
Eerst lokaal af en toe regen op de noordelijke, zwakke occlusie. Bij de
actievere zuidelijke occlusie regen, in het noordwesten en noorden
(vrijwel) droog, naar het zuidoosten en oosten toe steeds grotere kans
en hoeveelheden (10-20 mm). Vrijdagmiddag in een noordweststroming
enkele geïsoleerde buien.

ZICHT:
In het noorden lokaal grondmist of een mistbank, totdat de bewolking
toeneemt. Verder alleen in neerslag zichtverslechteringen.

TEMPERATUUR:
In het noorden Tn rond -1°C, dit minimum wordt nu bereikt omdat later
de bewolking toeneemt en de temperatuur weer oploopt. De modellen
suggereren dat de opklaringen zich in het noorden langer weten te
handhaven, maar de satellietbeelden laten dat momenteel niet zien.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI