Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-03-2020 11:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 05 maart 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 04 maart 2020 om 11.01 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een trog met daarin restanten van een occlusie verlaat vanmiddag het
noordoosten. Een zuidoost-noordwest georiƫnteerde trekrug bereikt
vanmiddag het zuidwesten en passeert in de nacht naar donderdag het
noordoosten. Op de Atlantische Oceaan liggen twee lagedrukgebieden die
oostwaarts trekken. Het voorste laag vult op, terwijl de achterste
uitdiept en donderdagavond boven Noord-Frankrijk ligt. Het regengebied
horende bij bijbehorend occluderend frontaal systeem, bereikt
donderdagmiddag het zuiden, trekt noordwaarts en ligt donderdagavond
boven de zuidoostelijke helft van het land. Hier vooruit bevindt zich
nog wel een occlusie die bij het opgevulde laag hoort, die in de loop
van de avond en nacht boven het zuiden terecht komt en daar verpieterd.


MODELBEOORDELING:
Twee belangrijke aandachtspunten. Allereerst de situatie in de grenslaag
komende nacht. Door een combinatie van weinig wind in de rug en
opklaringen kan er in het noordoosten waarschijnlijk opnieuw
nevel/mist/lage stratus ontstaan..de vraag is alleen wat de condities
precies zullen zijn. Aangezien de situatie en luchtsoort niet heel
anders zijn dan afgelopen nacht, neig ik naar een beeld met dikke nevel
in combinatie met lage (turbulentie)stratus, omdat er eigenlijk net iets
te veel stroming staat voor mist. Wat er over blijft hiervan advecteerd
met de aantrekkende wind in de ochtend noordwestwaarts alvorens deze
geleidelijk oplost of overgaat in lage Cu t.g.v. doormenging. Een ander
belangrijk aandachtspunt is de koers van het tweede laag, dat toch nog
heel onzeker is gezien de verschillen tussen de modellen nu en ook de
spreiding in het EPS. Dit heeft gevolgen voor de uitgestrektheid van het
neerslaggebied en ook de bijbehorende stratus. Voorlopig houden we EC
aan waarbij het neerslag gebied de zuidelijke helft aan zal doen, in de
avond kantelend naar de zuidoostelijke helft, hetgeen tevens betekend
dat er daar in totaal 5-15 mm kan vallen tot lokaal mogelijk 20 mm in
het uiterste zuidoosten. Het EPS van de Bilt geeft aan dat het zowel
droog kan blijven als dat er 15 mm kan vallen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Na passage van de rug krimpend naar zuidoost en op nadering van het
lagedrukgebied neemt de wind in de kustdistricten vanaf donderdagochtend
toe naar 6 Bft.

BEWOLKING:
Bij de occlusie enkele Cb's met toppen rond FL100, in de middag in het
noordoosten tijdelijk toppen tot FL150. Na passage van de rugas zien we
de activiteit weer toenemen vooral door inzaaiing. Bij de occlusie ook
gelaagde bewolking en geleidelijk dalende wolkenbasis, uiteindelijk ook
tot stratusniveau. Daar vooruit is er kans op turbulentiestratus, vooral
in het noordoosten van het land.

NEERSLAG:
Bij de occlusie/trog enkele buien, in het noordoosten tijdelijk oplevend
t.g.v. de dagelijkse gang. Convectiemodus single cell met CAPE = 100
J/kg en nauwelijks schering (door dit laatste ligt de KHS-index tussen 4
en 5). Op nadering van de rug nemen de buien weer af. Dit is echter van
korte duur. Na passage van de rugas wordt de lucht weer wat dieper
onstabiel en dan kan er ook inzaaiing optreden, waardoor er sprake is
van regen en enkele ingebedde buien. Bij het occluderende systeem van
het tweede laag valt regen, die zich van het zuiden uit noordwaarts over
het land uitbreidt, m.u.v. het noordwesten, al is dat dus nog onzeker.

ZICHT:
Vannacht in opklaringen teruglopend zicht, vooral in het noordoosten en
daar lokaal mogelijk ook mist. Verder matige zichten in neerslag.

TEMPERATUUR:
Laagste Tn in het noorden en noordoosten. Bij voldoende langdurige
opklaringen is er kans op lichte vorst en zeer lokaal mogelijk
bevriezingsgladheid.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI