Guidance modelbeoordeling voor Nederland

03-03-2020 11:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 04 maart 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 03 maart 2020 om 10.44 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidoostflank van een complex lagedrukgebied nabij IJsland staat
een zuidwestelijke stroming met aanvoer van maritiem polaire lucht. Een
vlakke rug heeft inmiddels het oosten verlaten en de stroming aan de
grond is daarna zwak cyclonaal. Een hoogtetrog boven het westen trekt
vanmiddag en vanavond langzaam oostwaarts over het land. Aan de grond
passeert in de nacht en vroege ochtend eveneens een trog van west naar
oost, met daarin restanten van de occlusie die momenteel boven Schotland
ligt. In de bovenlucht wordt de stroming dan steeds meer anticyclonaal,
waardoor de activiteit van de neerslag in de loop van de avond en nacht
minder wordt. Woensdagmiddag nadert van het westen uit een ZO-NW
georiënteerde rug. Deze passeert woensdagavond. Van het westen uit
nadert vervolgens een occlusie, behorend bij een laag dat rond 18 UTC
het zuiden van Engeland bereikt. Op nadering van dit systeem draait de
stroming naar zuid.

MODELBEOORDELING:
Van belang is de bewolkingsgraad en afkoeling van het wegdek vannacht.
Het wegdekmodel komt voor vannacht nergens meer tot onder het vriespunt.
De Harmonies hebben meer bewolking dan HIR en EC. In het noordoosten
staat er daarnaast ook relatief minder gradiënt, vooral net voor de
trog. Gezien de onzekerheid in het wolkenbeeld houden we het voorlopig
toch nog maar op een geringe kans voor het noordoosten. Op synoptische
schaal zien we vandaag nauwelijks verschillen. Alle modellen laten op
dagelijkse gang en op nadering van de hoogtetrog de buiigheid in de
middag opleven en bij de trog aan de grond en de occlusierestanten in de
avond/nacht nog even aanhouden. Vannacht is de vorming van stratus en
mist wel een aandachtspunt, eveneens sterk afhankelijk van de
bedekkingsgraad. Alle modellen komen met een signaal voor stratus bij de
occlusie in het oosten, HIR en HAP1 ook met mist of stratus aan de grond
in het noordoosten. Nevel en mist lijken waarschijnlijker in het
noordoosten, mits het genoeg opklaart, in het oosten lijkt stratus
waarschijnlijker, mogelijk vergezeld van nevel. Woensdagavond zien we de
modellen sterk uiteenlopen door onzekerheid in de koers van het laag.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Overdag bij buien uitschieters orde 25, lokaal 30 kn. Mogelijk tijdelijk
een 6 Bft achter de trog aan de grond. Verder tot woensdagavond geen
bijzonderheden.

BEWOLKING:
Boven zee en boven land op de dagelijkse gang Cu/Cb's, toppen tot ca.
FL150, in het zuiden tot FL180 waar de koudste bovenlucht overtrekt.
Vanavond/vannacht bij de trog aan de grond en de occlusierestanten zou
er a.g.v. convergentie en dagelijkse gang verder landinwaarts St kunnen
voorkomen. Woensdag overdag is de onstabiliteitsdiepte geringer, toppen
FL100-120. Op de naderende occlusie stabiel gelaagde bewolking, nabij de
occlusie ook St.

NEERSLAG:
Op nadering van de (hoogte)trog en met de dagelijkse gang neemt de
buiigheid toe. MuCAPE 200-400 J/k met de hoogste waarden in het
zuiden/zuidoosten waar de bovenlucht het koudst is. Kans op onweer en
korrelhagel. Effectieve schering 10-15 kn, single cel. Kan later wel wat
clusteren bij de trog/occlusierestanten en landinwaarts kan er dan ook
wat lichte buiige regen voorkomen. Woensdag tot aan passage van de rug
enkele buien, maar lichter dan vandaag. Op nadering van de occlusie
woensdag later op de avond af en toe regen.

ZICHT:
Goede zichten. In neerslag overwegend matig. Vannacht in het oosten wat
nevelig, in opklaringen in het oosten/noordoosten mogelijk mist.

TEMPERATUUR:
Vannacht in opklaringen minima net boven nul, op een beschutte plek daar
net onder. Wel dus sterk afhankelijk van de uitgebreidheid van de
opklaringen, zie de modelbeoordeling.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI