Guidance modelbeoordeling voor Nederland

02-03-2020 17:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 03 maart 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 02 maart 2020 om 17.30 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een sturend laag nabij Schotland is eerst min of meer stationair, maar
trekt gedurende dinsdag opvullend naar Denemarken. Met een west- tot
zuidwestelijke stroming wordt gedurende de verwachtingsperiode maritiem
polaire lucht aangevoerd. Een randstoring, momenteel zichtbaar als
kleinschalig laag boven het Waddengebied, trekt opvullend naar de Duitse
Bocht. Het bijbehorend frontaal systeem, van oorsprong een occlusie,
wordt in de stroming gedeformeerd en krijgt binnen de maritiem polaire
lucht enigszins kenmerken van een systeem met kou- en warmtefront. De
koufrontocclusie, actueel NNW-ZZO georienteerd boven de westkust,
passeert vanavond van west naar oost. In de loop van dinsdag wordt de
stroming cyclonaal. In de avond nadert van het westen uit een meer
uitgesproken trog, met daarin restanten van een occlusie ingebed, te
koppelen aan het laagje dat van Schotland naar Denemarken trekt. De
hoogtetrog komt een fractie eerder aan.

MODELBEOORDELING:
Er zijn geen belangrijke verschillen in de passage van de randstoring en
het complexe frontale systeem. Wel van belang is de bewolkingsgraad en
afkoeling van het wegdek komende nacht tijdens passage van de rug. Het
wegdekmodel (HAP1) komt slechts op een enkele plek tot onder het
vriespunt en daarmee het risico op bevriezingsgladheid. Deze
Harmonieversie heeft echter de meest wolkenvelden. HAP2 en 3 hebben
bredere opklaringen en laten een Toppervlak (N.B. geen wegdekmodel) op
meerdere plaatsen onder nul zien. Ander aspect is dat er ondanks de
doorstroomde rug typisch sterkere ontkoppeling en dus afkoeling
plaatsvindt dan de Harmonies aangeven. Inschatting is dat op op meerdere
plaatsen lokaal bevriezingsgladheid kan voorkomen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Modellen komen later vanavond nog tijdelijk met 6 bft in de zuidelijke
districten bij de goed doorstroomde rug. Dinsdag bij buien uitschieters
orde 30 kn.

BEWOLKING:
Op passage van de occlusie eerst stabiel gelaagde bewolking, op het
frontvlak St. De achterzijde van het systeem krijgt geleidelijk wat
kenmerken van een koufront. Gezien de progtemps kan de opbouw dan lokaal
onstabiel worden tot FL100, actueel lijkt dit echter niet te gebeuren.
In de nacht van maandag op dinsdag brede opklaringen, een belangrijk
gegeven i.v.m. eventuele gladheid. Dinsdagochtend komt vooral Hirlam met
een signaal voor turbulentiestratus, maar de kans lijkt klein. Dinsdag
in de loop van de dag op dagelijkse gang Cu/Cb's, toppen tot ca.
FL150/-30c. Dinsdagavond als de trog gaat passeren, zou er a.g.v.
convergentie en evt. occlusierestanten landinwaarts wat St kunnen
voorkomen. Met name HAP1 geeft daarvoor een signaal.

NEERSLAG:
Op de occlusie perioden met regen/motregen. Aan de achterzijde van het
systeem mogelijk een convectieve component. Dinsdag neemt op nadering
van de (hoogte)trog de buiigheid toe. MuCAPE 200-400 J/k met de hoogste
waarden in het zuiden/zuidoosten. Effectieve schering 10-15 kn, single
cel. Kan later wel wat clusteren bij de trog.

ZICHT:
Goede zichten. In neerslag matig.

TEMPERATUUR:
Komende nacht minima net boven nul, maar op een beschutte plek daar net
onder. Kans op bevriezingsgladheid. Zie modelbeoordeling.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI