Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op maandag 02 maart 2020 om 04.46 uur

Geldig van woensdag 04 maart tot maandag 16 maart

Synoptische ontwikkeling:
Een groot deel van de week is er sprake van een licht golvende
westelijke stroming, waarbij ons land zich in maritiem polaire lucht
bevindt. De straalstroom bevindt zich vrij zuidelijk, de meest actieve
frontale systemen volgen dan ook een zuidelijke koers. In het weekeinde
van 7-8 maart wordt de amplitude stroomopwaarts groter, waarbij op de
oceaan een grootschalige hoogtetrog ontstaat, met in ons aandachtsgebied
een zuidwestelijke stroming met aanvoer van zachtere lucht. Begin van de
volgend week is er sprake van een groot sturend laag tussen IJsland en
Schotland en passeren er mogelijk weer actievere frontale systemen.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot het weekeinde van 7-8 maart zien we een eenduidige ontwikkeling,
uiteraard met enige onzekerheid die vooral het gevolg is van
detailverschillen in de koers en timing van de verschillende
(rand)storingen. Doordat we ons vaak in de polaire licht bevinden zal de
neerslag ook vaak buiig van aard zijn. Het aantal EPS-leden, waarin de
hogedruk-invloed volgende week toeneemt, is ten opzichte van de vorige
run minder geworden, nu ongeveer 30%. De rest van deze week verloopt qua
wind tamelijk rustig, vanaf het komende weekeinde neemt de kans op zware
windstoten weliswaar iets toe, maar is vooralsnog niet groter dan
20-30%. Vanaf het weekeinde zien we in de meeste EPS-leden dat ons land
(tijdelijk) in zachtere lucht terecht komt. De neerslagverwachting voor
het komende weekeinde en het begin van de volgende week vertoont nogal
wat spreiding. De mogelijkheid bestaat dat er weer wat actievere
randstoringen ontstaan die voor significante hoeveelheden regen zorgen.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Wisselvallig met geregeld zon, maar soms ook enkele buien.

Samenvatting EPS-periode:
Waarschijnlijk (ca. 70% kans) voortzetting van het wisselvallige
weertype. De kans op maximumtemperaturen iets boven het langjarig
gemiddelde bedraagt 60-70%.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI