Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 23 februari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 22 februari 2020 om 23.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het polaire front ligt evenwijdig aan de stroming boven de zuidelijke
helft van het land. Ten noorden ervan wordt met een westelijke stroming
maritiem polaire lucht aangevoerd, ten zuiden ervan is de lucht van
maritiem tropische oorsprong. Vannacht trekt een zwakke rug over. In de
loop van de nacht nadert van het westen uit een frontale golf die de
eerste helft van de zondag via Noord-Holland, Flevoland en Overijssel
oostwaarts trekt. Het warmtefront bereikt het zuidwesten rond 07 UTC
waarna het zuiden en midden in de loop van de ochtend in de warme sector
terecht komt. In de middag volgen een koufront, waarna het hele land met
een noordwestelijke stroming weer in de polaire lucht terecht komt, in
het zuidoosten gebeurt dit pas rond 18 UTC. In de nacht naar maandag
trekt een rug over het land, gevolgd door opnieuw een frontale golf. Het
warmtefront hiervan bereikt het zuidwesten maandagochtend, trekt
noordoostwaarts en in de loop van de ochtend bevindt het hele land zich
in de warme sector waarin met een zuidwestelijke stroming maritiem
tropische lucht wordt aangevoerd. Aan het einde van maandagmiddag
bereikt het koufront het (noord)westen.


MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de modellen consistent en bruikbaar. De koers van
de frontale golven op zowel zondag als maandag met bijbehorende
frontpassages zit nu vrij eenduidig in de modellen. Hiermee lijkt de
onzekerheid rondom de noordelijke begrenzing van de zware windstoten op
zondag duidelijker geworden t.o.v de vorige runs. Opvallend is de
hoeveelheid ST-bewolking die met name HAP1 produceert bij het
warmtefront en in de warme sector, dit zien we in de overige modellen in
mindere mate terug. Wel zijn de progtemps vrijwel geheel verzadigd, dus
de kansen hierop noemen we in de berichtgeving. Op het koufront overdag
zien we dat de opbouw naarmate het front zuidoostwaarts trekt
onstabieler wordt, dit vertaalt zich in geleidelijk actiever wordende
buiigheid naar het oosten toe.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vannacht seinen voor 6-7 Bft, alleen vlak voordat het warmtefront het
zuidwesten bereikt neemt de wind zeer tijdelijk nog even verder af. In
de warme sector overdag in de zuidwestelijke kustdistricten seinen voor
7-8 Bft, mogelijk tijdelijk 9 Bft. In de gehele zuidelijke helft in de
warme sector zware windstoten 75-90 km/u. Na koufrontpassage sterk
afnemende wind en verdwijnende zware windstoten. In de kustdistricten
nog wel enige tijd seinen voor WNW 6 Bft, het langst in het noordelijk
kustgebied. Maandag in de warme sector buitengaats opnieuw 7-8 Bft,
langs de kust 6-7 Bft. In de westelijke kustprovincies maandag in de
warme sector wederom kans op zware windstoten rond 75-90 km/u.

BEWOLKING:
Bij en ten noorden van het front onstabiele opbouw tot FL080-100. Ten
noorden van het front een cumuliform beeld met Cu/TCu en kans op Cb,
toppen rond FL120, in het noorden van de FIR tot ca. FL150. Bij de golf
in het front een dik pak gelaagde bewolking (Sc/As/Ns) met bij het
grondfront en in de warme sector kans op St. Op en achter het koufront
wederom cumuliform met Tcu/Cb en Cu, toppen tot FL120. In de nacht naar
maandag op de volgende golf wederom toenemende middelbare/hoge bewolking
(Sc/As en boven het noordwesten ook Ns). Op het koufront op maandag
Tcu/Cb, toppen tot FL150.

NEERSLAG:
Nabij het polaire front actueel buiige regen met ook lijnvorming, noord
van het koufront ook enkele geïsoleerde buien. In de loop van de nacht
op nadering van de frontale golf op steeds meer plaatsen stratiforme
regen, aanvankelijk mogelijk ook versterkt door inzaaiing van de ondiepe
convectieve bewolking aan de polaire kant van het front. Overdag onder
de frontale kap overal perioden met matige tot lokaal zware regen. Met
name in het midden en zuiden valt er op veel plaatsen 10-20 mm, lokaal
meer. Op het koufront opnieuw buiige neerslag met ingebedde buien. Na
koufrontpassage vooral in het noorden enkele buien in het single-cell
regime. Op maandag overdag in de loop van de ochtend stratiforme
neerslag bij en achter het warmtefront, nabij het occlusiepunt in het
noordwesten mogelijk matige tot zware regenval. Op het koufront
maandagmiddag en -avond buiige neerslag.

ZICHT:
10+ km, in neerslag 5-8, lokaal 3-5 km. Zondag en maandag in de warme
sector mogelijk 1500-3000 m.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI