Guidance modelbeoordeling voor Nederland

20-07-2016 17:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 21 juli 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 20 juli 2016 om 18.03 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
In een warme sector wordt zeer warme en tamelijk droge lucht aangevoerd.
Een lagedrukgebied boven de Britse Eilanden heeft een NW-ZO
georiƫnteerde vore 16 UTC boven het midden van het land ligt. Deze
trekt verder noordoostwaarts om aan het einde van de avond het
noordoosten te verlaten. Op hoogte trekt iets achter de vore een
hoogtetrog mee die vooral boven de Noordzee forcering oplevert. Aan het
einde van de avond en aan het begin van de nacht schampt een tweede vore
met ook een zwakke hoogtrog het zuidoosten van het land.Het koufront, om
16 UTC boven Wales, komt gedurende de periode dichterbij en ligt
donderdagavond op de westelijke Noordzee.

MODELBEOORDELING:
Net achter de eerste vore zijn onweersbuien ontstaan, waardoor het
als-dan verhaal een dan-verhaal werd. Onweersbuien boven Gelderland
trekken nu noordoostwaarts. Vanavond laat en vannacht laten alle
modellen het beeld zien van een convectief cluster dat alleen Limburg
nog schampt. Voor donderdag geven Hirlam/EC nog een licht buiensignaal
voor met name de noordelijke helft. Harm36 niet, progtemps zien er
steeds erg droog uit, veroorzaakt door de (te) droge bodem.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Zware windstoten zijn in Harmonie nu afgebouwd. Waardes rond 75 km/uur,
al zullen die waarschijnlijk buiten de waarnemingen vallen. Op de
tweede vore zijn de kansen op zware windstoten beperkter omdat de
onderste laag dan vochtiger is. Precipitation loading speelt sowieso een
rol met Pw van 40-50 mm, wat wel aan de hoge kant lijkt gezien de droge
laag onderin de atmosfeer.

BEWOLKING:
Bij de eerste vore enkele geclusterde CB's, basis vrij hoog rond
FL050-060. Toppen FL350-400, overshooting tops mogelijk richting FL450.
Bij de tweede vore meer geclusterde buien wederom met toppen FL350-400.
Voor morgen is vooral in de noordelijke helft een enkele CB niet
uitgesloten, zou vanaf de grond moeten ontstaan, toppen volgens EC niet
hoger dan FL200, maar Hirlam is enthousiaster met toppen richting FL350.
Donderdag nemen de stratuskansen voor de Noordzee wel geleidelijk toe,
dit schuift voor het koufront uit geleidelijk richting onze omgeving op.


NEERSLAG:
Bij de eerste vore mogelijk convectie vanaf de grond, met SBCAPE van
2000+ J/Kg en effectieve schering van rond 15-20 kn is de modus pulse
storm/multicel. Gezien de hoge CAPE-waarden is er grote kans op grote
hagel, (zware) windstoten en veel neerslag in korte tijd. De vore was
echt nodig als forcering, heel illustratief is de CIN in Hirlam. Deze is
riant buiten de vore, maar bij de vore daalt deze tot geringe waarden,
de capping inversion ben je dan kwijt. Bij de tweede vore lijkt het te
gaan om convectie die in Midden-Frankrijk ontstaat (onder invloed van de
zwakke hoogtetrog) en naar het zuidoosten van het land wordt
geadvecteerd. CAPE-waarden behoorlijk fors, in de orde van 1500-2000
J/Kg, effectieve schering is erg lastig om aan te geven, lijkt iets
hoger dan bij de eerste vore zo'n 20-30 kn. Dit zouden dan
multicel-clusters moeten zijn. Bij beide vores speelt forcering bij de
hoogtetrog een rol, grootste forcering lijkt echter buiten de
landsgrenzen te blijven. Donderdag vooral in de noordelijke helft kans
op een bui, afhankelijk van de onstabiliteitsdiepte CAPE-waarden
1500-2000 J/Kg (Hirlam). Effectieve schering is dan 20 kn. Kan toch nog
een onweersbui opleveren. Treksnelheid is laag (10 kn op 700 hPa), maar
de waterinhoud is met 20-30 mm niet indrukwekkend meer.

ZICHT:
Afhankelijk van waar eventueel een bui valt kan vannacht een ondiepe
mistbank ontstaan. In de vochtvelden zien we dat ook boven de zuidelijke
Noordzee mogelijk zichtverslechtering kan optreden. Verder goede
zichten, behalve in een bui.

TEMPERATUUR:
Harmonie36 is morgen geen extreme uitbijter meer en redelijk in lijn met
EC/Hirlam, behalve in het noorden waar de modelbodem te droog is.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI