Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 25 januari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 24 januari 2020 om 16.50 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
De stroming is zwak zuidwestelijk tot westelijk aan de flank van een
omvangrijk hoog met het zwaartepunt boven de Balkan. De rugas die
vanavond nog boven het uiterste zuiden ligt beweegt vannacht en
zaterdagochtend langzaam van zuidwest naar noordoost over ons land. Een
O-W georiënteerd warmtefront ligt vanavond stationair over het noorden
van het land en wordt steeds minder zichtbaar in de waarnemingen en de
modellen. Het koufront ligt eveneens O-W georiënteerd stationair, maar
dan boven de Noordzee boven het uiterste noorden van de FIR. Zaterdag
overdag zal het front op de Noordzee in een geleidelijk toenemende
zuidwestelijke stroming weer als warmtefront noordoostwaarts bewegen. In
de grenslaag blijft ook zaterdag met een zwakke zuidelijke stroming
vochtige lucht uit het noorden en noordwesten van Frankrijk aangevoerd
worden. In de loop van de middag wordt de aangevoerde lucht nog iets
vochtiger, dit zijn nog de overblijfselen van een oude occlusie die
momenteel nog boven Bretagne liggen.

MODELBEOORDELING:
Het weer speelt zich af in de grenslaag en de modelberekeningen zijn
niet meer dan indicatief. Wat opvalt is dat bijna alle modellen de
wolkenbasis te hoog hebben (op HAP1 na) en een belangrijk deel van de
stratus boven België en het noorden van Frankrijk compleet missen. In
werkelijkheid zitten er alleen opklaringen boven de Belgische Ardennen,
deze reikt net tot over Zuid-Limburg. De sterke afkoeling die in dit
gebied plaatsvindt wordt dus over een te groot gebied berekend, evenals
de mist of mistbanken dit hierin zouden moeten gaan ontstaan vannacht en
zaterdagochtend. Alleen EC zit er momenteel redelijk goed op qua
verdeling stratus/opklaringen, alhoewel ook dit model iets te weinig
stratus berekent. Voorlopig gebruiken we EC als voorzichtige leidraad.
Het instromen van de vochtigere lucht in de loop van zaterdagmiddag
wordt door alle modellen eenduidig weergegeven.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
-

BEWOLKING:
Boven land gedurende de gehele periode overheersend stratuscondities,
slechts af en toe iets verbeterend naar Sc-condities. Boven de Noordzee
overwegend Sc-bewolking met slechts lokaal stratusbewolking. In de loop
van zaterdagmiddag van het zuiden uit weer verder verslechterende
stratuscondities vanwege het instromen van de vochtigere lucht uit
Noord-Frankrijk en België.

NEERSLAG:
Zowel bij het warmtefront als het koufront wat motregen.

ZICHT:
Overwegend matige tot slechte zichtcondities, boven zee meest goede
zichten. Het signaal voor mist of mistbanken in de loop van de nacht en
in de ochtend die we in diverse modellen zien negeren we vanwege de
aanhoudende aanwezigheid van stratus en Sc. Overdag aanvankelijk meest
matige zichten, maar in de loop van de middag en in de avond van het
zuiden uit wederom teruglopend vanwege de instromende vochtigere lucht.

TEMPERATUUR:
De temperaturen in de zuidelijke helft van het land worden door de
aanwezigheid van de bewolking te laag berekend, op de meeste plaatsen
derhalve geen vorst. Alleen in het zuiden van Limburg zijn er
opklaringen en gaat het waarschijnlijk licht vriezen. Daar is lokale
gladheid door bevriezing of condensatie is niet helemaal uitgesloten.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI