Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 25 januari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 24 januari 2020 om 01.02 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
De as van een langgerekte gordel van hoge druk van Zuid-Ierland naar de
Balkan ligt boven het rivierengebied, verplaatst vannacht naar het
uiterste zuiden en blijft daar dan liggen. Een ONO-WZW georiënteerd
warmtefront, behorend bij een Groenlandse depressie ligt ten noorden van
de Wadden en trekt op de noordflank van het hoog oostwaarts. Dit front
komt overdag boven het uiterste noorden te liggen, maar wordt steeds
minder herkenbaar. Het koufront van eerdergenoemde depressie trekt in de
nacht naar vrijdag de noordelijke Noordzee op. Het koufront trekt in de
loop van de dag zuidwaarts en komt oost-west georiënteerd ten noorden
van het land tot stilstand. Zaterdag trekt het front weer noordwaarts
als de stroming zuidwestelijk wordt aan de noordwestflank van de rug.

MODELBEOORDELING:
Het weer speelt zich af in de grenslaag en de modelberekeningen zijn
niet meer dan indicatief. In grote lijnen zien we dat de grootste kans
op opklaringen lijkt weggelegd voor het zuidoosten. Daar is dan ook de
grootste kans op stralingsmist. Bij het warmtefront hebben alle modellen
een duidelijk signaal voor ST. Wat opvalt is dat alle modellen een deel
van de ST/mist boven België missen. We gaan nu, uitgaand van de
actualiteit, uit van een bewolkt weerbeeld met de grootste kans op
opklaringen in het zuidoosten, zowel vannacht als overdag. Verder zien
we net als gisteren dat er toch wel iets van dagelijkse gang optreedt en
dat wolkenbasis en vooral zich over dag toch wel verbeteren.
Op het warmtefront komen de meeste modellen met een licht
neerslagsignaal.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
-

BEWOLKING:
Velden ST en daarboven velden SC met toppen rond 2000-2500 vt.
Opklaringen boven Duitsland zouden met het ruimen van de stroming
beperkt moeten blijven tot het zuidoosten. Ook bij het warmtefront op
uitgebreide schaal St. Overdag lijkt er in grote lijnen nog niet veel te
veranderen. Er lijkt iets meer stroming te komen met verbetering van de
condities. Belangrijkst aandachtspunten zijn de ST bij het warmtefront
en de advectieve ST vanuit België, die zich overdag meer en meer op het
zuidoosten lijken te concentreren. In de nacht naar zaterdag is de
grootste kans op ST bij de restanten van het warmtefront. Het zuidelijk
lijkt de meeste kans op opklaringen te maken.

NEERSLAG:
Vooral bij het warmtefront lokaal wat motregen.

ZICHT:
Belangrijkste aandachtspunt is de mist in eventuele opklaringen of
advectief uit België. In het noorden en noordwesten lijkt er dan iets
meer wind te komen, waardoor daar de mistkansen iets kleiner zijn. In de
nacht naar zaterdag lijkt de grootste kans op mist in het zuiden te
zijn.

TEMPERATUUR:
Globaal in de zuidoostelijke helft een geringe kans op lokale
bevriezingsgladheid in de nachtperiodes.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI