Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 21 januari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 20 januari 2020 om 23.21 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een langgerekte gordel van hogedrukgebieden rond 50N ligt boven het
zuiden van ons land en beweegt langzaam zuidwaarts. Een zwak oost-west
georiënteerd warmtefront lag om 21 UTC boven Sleeswijk, trekt langzaam
zuidwaarts en bereikt het noorden aan het einde van de nacht naar
woensdag. Woensdagmiddag ligt het warmtefront ter hoogte van De Bilt.
Bijbehorend ONO-WZW georiënteerd koufront ligt ten noorden van
Schotland en trekt iets sneller zuidwaarts, waardoor de warme sector
steeds smaller wordt. Het koufront bereikt aan het einde van
woensdagochtend het noorden en ligt woensdagavond boven het zuiden. Het
zwaartepunt van het hoog ligt dan ten westen van Nederland, zodat de
stroming zwak noordwestelijk wordt.

MODELBEOORDELING:
De ECMWF tijd-hoogtediagrammen van theta-e zijn het meest illustratief
om te volgen waar de fronten zich bevinden. Daar is ook duidelijk te
zien dat naar het zuiden toe de warme sector steeds smaller wordt en
eigenlijk occludeert. Het weer speelt zich af in de grenslaag. Actueel
is in alle uitvoer het mist/ST-veld min of meer goed aanwezig, de
zichtwaarden zijn indicatief en het beste in de Hap3 uitvoer. In de Hir
uitvoer is er te veel alto en daardoor te weinig mist/ST. De Harmonie40
uitvoer lijkt actueel het beste, ook voor wat betreft de ST bij het
warmtefront. Het is de verwachting dat de mist zich conform de uitvoer
advectief noordwaarts uitbreidt omdat de wind eerst nog zuidelijk is.
Bij het warmtefront overheerst dikke ST/SC zodat de mistkansen daaronder
kleiner zijn, bovendien wordt de stroming westelijk met advectie van een
maritieme grenslaag. In alle uitvoer klaart het woensdagmiddag in het
zuidoosten op als gevolg van vergaande subsidentie. Dit is wel
realistisch. Woensdagmiddag en -avond moeten zicht en wolkenbasis in de
warme sector en bij het koufront naarmate deze zich zuidwaarts
verplaatsen weer sterk verslechteren. Het is maar de vraag in hoeverre
dit ook gebeurt, dit is een onzekerheid. De echte verbeteringen bevinden
zich noord van het koufront.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
-

BEWOLKING:
Zie modelbeoordeling.

NEERSLAG:
Op het warmtefront slechts zeer lokaal lichte (mot)regen, de verzadigde
laag is dun. Bij het koufront enige regen, hooguit 1 mm.

ZICHT:
Zie modelbeoordeling.

TEMPERATUUR:
Tmin nogal afhankelijk van opklaingen en dikte van de mistlaag. In het
zuidoosten en zuiden de grootste kans op lichte vorst, dit laat de
uitvoer ook zien. Idem in de nacht naar woensdag.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI