Guidance modelbeoordeling voor Nederland

20-01-2020 16:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 21 januari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 20 januari 2020 om 16.04 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een smalle gordel van hogedrukgebieden rond 50N ligt boven het zuiden
van ons land en beweegt langzaam zuidwaarts. Een zwak oost-west
georiënteerd warmtefront boven Denemarken trekt langzaam zuidwaarts en
bereikt het noorden aan het einde van de nacht naar woensdag.
Woensdagmiddag ligt het warmtefront ter hoogte van De Bilt. Bijbehorend
ONO-WZW georiënteerd koufront ligt ten noorden van Schotland en loopt
iets sneller zuidwaarts, waardoor de warme sector steeds smaller wordt.
Het koufront bereikt aan het einde van woensdagochtend het noorden van
het land.

MODELBEOORDELING:
De ECMWF tijd-hoogtediagrammen van theta_e zijn het meest illustratief
om te volgen waar de fronten zich bevinden. Daar is ook duidelijk te
zien dat naar het zuiden toe de warme sector steeds smaller wordt. Het
probleem zit 'm de komende periode in de grenslaag. De modellen hebben
de actualiteit niet helemaal te pakken. Boven het zuidoosten zit een
smalle strook met lage stratus en vanuit België wordt meer stratus
aangevoerd. De modellen hebben meestal te veel stratus, EC en Hirlam
hebben de stratus al aan het dek. Harmonie zit er het beste op. Het idee
is dat de stratus de komende uren toeneemt en dat de bases gaan zakken.
Advectief verplaatst de stratus zich dan noordwaarts. Hirlam laat ten
noorden van de bewolking stralingsmist ontstaan, maar actueel is daar
middelbare bewolking aanwezig. Dus het patroon wat de modellen laten
zien waarbij een groot deel van het land te maken krijgt met lage
stratus (of mist als de basis aan het dek komt) is reëel, maar de
snelheid waarmee dit gebeurt waarschijnlijk niet. Dit heeft ook gevolgen
voor hoe dik de vochtige laag kan worden. De subsidentie-inversie stijgt
als de luchtdruk daalt a.g.v. het langzaam zuidwaarts trekken van de
gordel van hoge druk. Dit maakt weer verschil voor hoe snel de bewolking
morgen kan breken. Waarschijnlijk blijft de bewolking in de
noordwestelijke helft van het land hardnekkig. Voor het zuiden is het de
vraag hoe snel het kan opklaren. Als het warmtefront nadert raakt het
ook hier weer bewolkt, dus de opklaringen zijn sowieso van korte duur.
De echte verbeteringen bevinden zich noord van het koufront.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
-

BEWOLKING:
Zie modelbeoordeling.

NEERSLAG:
Op het warmtefront slechts zeer lokaal lichte (mot)regen, de verzadigde
laag is dun. Bij het koufront regen.

ZICHT:
Van het zuiden uit teruglopend. Lokaal kans op mist. Daar waar mist
ontstaan is kan het lang duren voordat deze oplost.

TEMPERATUUR:
Tn komende nacht rond -3°C in het zuidoosten.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI