Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 20 januari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 19 januari 2020 om 16.38 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een noordelijke stroming voert maritiem polaire lucht aan. Aan de grond
breidt een hoog boven het zuidwesten van Engeland zich oostwaarts uit en
ontwikkelt zich vannacht een rug boven het zuiden van het land. Ten
noorden van de rugas wordt de stroming westelijk. In de loop van maandag
trekt een inactief, ONO-WZW georiënteerd warmtefront langzaam
zuidwaarts over de Noordzee, maar blijft ruim noord van de Wadden.

MODELBEOORDELING:
De grenslaag vraagt de meeste aandacht de komende periode. Allereerst
hebben we in HAP1 boven de noordelijke helft van het land nog een aantal
lichte buien, die er in werkelijkheid niet zijn. Verder zien we vanavond
en vannacht behoorlijke verschillen in de hoeveelheid bewolking. De
Harmonies, met name HAP1 en HAP3, zijn er te scheutig mee, EC heeft te
weinig bewolking en Hirlam zit dicht in de buurt van wat we nu zien, dus
we gaan ervan uit dat het vannacht, op misschien nog wat wolkenvelden in
het zuidoosten na, opgeklaard zal zijn. De vele bewolking in HAP1 laat
in dit model de mist meevallen, het beeld dat Hirlam en EC schetsen oogt
realistischer en wat HAP2 laat zien lijkt veel te overdreven. De
condities voor mistvorming zijn hoe dan ook redelijk gunstig met
wegvallende wind, brede opklaringen en aanvoer van zee. De sterkere
ontkoppeling in de nachtelijke grenslaag leidt landinwaarts
waarschijnlijk weer tot lagere temperaturen dan in de uitvoer. Hoe snel
de mist maandag oplost is een onzekerheid. Hirlam laat als enige alles
oplossen, de Harmonies laten de mist boven het zuiden en oosten lokaal
hardnekkig blijven en EC laat het optrekken tot St. We gaan er nu vanuit
dat de meeste mist inderdaad oplost en dat het in het zuiden en oosten
lokaal grijs en mistig of nevelig zou kunnen blijven. De advectieve St
(opgetrokken mist) vanaf Engeland in de Harmonies lijkt niet
realistisch. Maandagavond zien we in alle modellen dat er behoorlijk
vroeg al nieuwe stralingsmist kan ontstaan boven het midden en zuiden.
Gezien de geringe grenslaaghoogte, overdag al, is dit een realistisch
beeld.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen seinen.

BEWOLKING:
Verspreid nog wat Cu/Sc, niet diep genoeg meer voor een bui. Bij
oplossende mist kan er maandagochtend in het zuiden en oosten lokaal
hardnekkige St ontstaan. Maandagavond bij het warmtefront mogelijk ST.
Zuid daarvan laat HAP1 een gebied met ST oostwaarts bewegen tot aan onze
kust begin van maandagmiddag. Overige modellen doen dat niet en we
negeren dat voorlopig.

NEERSLAG:
Aanvankelijk in de Limburgse heuvels mogelijk nog een spat regen uit
Sc.

ZICHT:
Vannacht en morgenochtend bij weinig wind en brede opklaringen
mistbanken, vooral in het zuiden en oosten mist. Ook de HarmonEps geeft
een sterk signaal, maar we weten van de HAP2 uitvoer dat deze een sterke
positieve bias vertoont voor het optreden van stralingsmist. We gaan
voorlopig uit van mistbanken en vooral in het binnenland regionaal mist.
In de rug-as en net noord ervan zou de mist overdag plaatselijk
hardnekkig kunnen blijven. Overdag blijft de lucht onder een inversie
rond 1000 vt vochtig, dus het zicht zal waarschijnlijk overdag ook
regionaal matig blijven en in de avond weer snel teruglopen. Geowind in
het noorden rond 25 knopen, daar in de avond nevel.

TEMPERATUUR:
Ook komende nacht zullen de modellen de temperatuur in
opklaringsgebieden waarschijnlijk weer overschatten, zeker doordat de
wind nu vrijwel volledig wegvalt. Op meerdere plaatsen dan ook een
wegdektemperatuur onder nul, wat dan waarschijnlijk lokaal (waar het nog
nat is) bevriezingsgladheid gaat opleveren. Tegenstraling in mist is een
belangrijke onzekerheid: HAP2 berekent wel erg veel mist, dus dat leidt
ook tot een overschatting van de wegdektemperatuur.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI