Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 18 januari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 17 januari 2020 om 04.59 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied ten noorden van Schotland trekt de komende periode
langzaam noordoostwaarts. Aan de oostzijde van dit laag is er in onze
omgeving sprake van een zuidelijke stroming. Een bijbehorend NNO-ZZW
georiënteerd koufront boven de Noordzee bereikt ons land vroeg in de
ochtend en verlaat het oosten aan het begin van de avond. Vlak achter
het front volgt een backbentocclusie die om een secundair laag heen is
gedraaid. De achterzijde van de occlusie bereikt het land halverwege de
avond en verlaat het oosten halverwege de nacht naar zaterdag. Wegens de
nadering van een hoogtetrog wordt de bovenlucht geleidelijk kouder
waardoor de onstabiliteit toeneemt en de neerslag bij de occlusie vooral
in de vorm van buien valt. Na passage wordt de stroming west tot
noordwest. Op zaterdag bouwt er een hogedrukgebied op boven Engeland,
een zwakke trog trekt in een noordwestelijke stroming in de loop van de
ochtend zuidoostwaarts over het land. In de bovenlucht passeert de
trogas in de nacht en vroege ochtend, maar koude bovenlucht en daarmee
de onstabiele opbouw blijft in onze omgeving aanwezig (ca. -36 graden
Celsius).

MODELBEOORDELING:
Hirlam lijkt nu meer op de overige modellen m.b.t. oriëntatie van de
backbentocclusie en de gradiënt aan de achterzijde van deze occlusie, 8
Bft wordt niet meer berekend, en ook de kans op 6 Bft boven land is
afgenomen. Wel zijn er wat timingsverschillen tussen de modellen m.b.t.
tijdstip van passage van de occlusie; In Hirlam en Ha40 gebeurt dit
ongeveer 2 uur eerder dan in HAP1. De passage van de zwakke trog
zaterdagochtend wordt nu ook door de andere modellen wat 'actiever'
aangezet, waardoor Hirlam nu geen uitbijter meer is in het geheel. De
overige zaken worden door de modellen op eenzelfde wijze beschreven.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Seinen 6 Bft in de kustdistricten en 7 Bft in een deel van de
Noordzeedistricten. Vlak na passage van de backbent is 7 Bft langs de
kust waarschijnlijk.

BEWOLKING:
Momenteel SC bewolking boven een deel van het land en het FIR gebied.
Bij het koufront stratiforme bewolking met op diverse plaatsen bewolking
op ST/SC niveau. Na passage wordt de opbouw geleidelijk onstabieler en
valt de neerslag, zeker in het westen, op passage van de
backbentocclusie voornamelijk in de vorm van buien, er is daar sprake
van TCu's met toppen rond FL100. Na passage van de occlusie neemt de
onstabiliteitsdiepte toe en zijn er Cb's mogelijk met toppen rond FL150.
De meeste buien zullen zich gedurende zaterdag concentreren in het
noord(oost)en van het land.

NEERSLAG:
Bij het koufront perioden met regen, daarna een wat onstabielere opbouw
met enkele (lichte) buien bij de occlusie. Na passage van de occlusie
worden de buien intensiever en is er een kleine kans op onweer. CAPE
waarden liggen dan tussen 200 en 400 J/kg. Er is weinig windschering
waardoor er overwegend sprake is van single-cells.

ZICHT:
Goed, in neerslag overwegend matig.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI