Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 17 januari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 16 januari 2020 om 15.52 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de oostflank van een lagedrukgebied ten noordwesten van Ierland is
er in onze omgeving sprake van een zuidelijke stroming. Het bijbehorende
NNO-ZZW georiënteerde koufront bereikt ons land vrijdagochtend, trekt
-- enigszins vertragend wegens golfvorming -- oostwaarts en verlaat het
land aan het begin van de avond. Op het koufront volgt een
backbent-occlusie die voor een deel rondom een secundair laagje gedraaid
is. Dit ingedraaide deel trekt vrijdagavond over het midden en zuiden
van de FIR. In de loop van vrijdagavond en de nacht naar zaterdag komt
het gehele aandachtgebied van het westen uit achter de
backbent-occlusie, met bijbehorende grondtrog, in een aanvankelijk
stevige westnoordweststroming. Op hoogte wordt de backbent-occlusie
gevolgd door een trog (-36°C op 500 hPa).

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien lopen de modellen steeds minder uiteen. Een gebied met
wat dunne St boven het uiterste westen van het aandachtsgebied (boven
zee) lost de komende uren door menging op. Dit gebeurt in alle modellen
die deze St berekenen en we zien het actueel ook gebeuren. Voor vrijdag
is het windveld aan de achterzijde van de backbent-occlusie boven het
zuidelijke deel van de FIR is in Hirlam nu ook wat afgebouwd en komt
niet meer boven de 7 Bft.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Z-ZO 6-7 Bft. In het uiterste noordwesten van het aandachtsgebied vlak
voor het naderende front waarschijnlijk een 8 Bft. Na passage van het
koufront sterk afnemende wind. Aan de zuidwestflank van de ingedraaide
occlusie en trog neemt de gradiënt tijdelijk flink toe met windstoten
35-40 kn, mogelijk in combinatie met buien (uitwisseling).

BEWOLKING:
Voor het koufront uit weinig bewolking, aanvankelijk in het uiterste
westen van de FIR nog wat flarden St. Bij het koufront zelf is sprake
van stratiforme bewolking met op diverse plaatsen bewolking op
stratusniveau. Na passage wordt de opbouw onstabiel en kunnen er enkele
TCu's/Cb's aanwezig zijn met toppen tussen FL100-FL150. Bij de occlusie
een mix van convectieve en stratiforme bewolking en opnieuw kans op lage
bewolking en stratus. Bij en direct achter de backbent-occlusie Cb's met
toppen boven zee van FL150-200.

NEERSLAG:
Voor het koufront uit droog. Bij het koufront perioden met regen,
progtemps geven een indicatie dat de neerslag als motregen begint.
Daarna enkele buien. Bij de occlusie een mix van (buiige) regen en
buien. De kans op onweer lijkt klein en wordt voorlopig niet opgenomen
in de verwachting. Toch blijft dit een aandachtspunt want het is niet
helemaal uitgesloten. De CAPE-waarden achter het koufront liggen tussen
100-500 J/Kg. De effectieve windschering (0 tot 3-4 km) is gering,
overwegend in het single-cell regime.

ZICHT:
Goed, alleen teruglopend in neerslag vanwege een doorstaande wind
vannacht.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI