Guidance modelbeoordeling voor Nederland

06-01-2020 18:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 07 januari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 06 januari 2020 om 18.46 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
In een brede warme sector is de stroming aan de flank van een
Midden-Europees hoog zuidwestelijk. Een noord-zuid georienteerd koufront
boven het oosten van Engeland trekt oostwaarts, bereikt aan het einde
van de avond de kust en verlaat tegen de ochtend het zuidoosten. Dit
front passeert op geringe hoogte, aan de grond wordt het front steeds
lastiger herkenbaar. In de cross secties zien we dat het koufront op
hoogte iets sneller doorkomt dan aan de grond. Morgen overdag hebben we,
waarschijnlijk m.u.v. het noordwestelijk kustgebied, nog te maken met
een ondiepe maar vochtige grenslaag onder een inversie op 500-1500 voet.
In de ochtend passeert een trekrug. Morgen in de middag nadert uit het
westen een warmtefront. Dit trekt in de avond en de nacht naar woensdag
over het land, het koufront bereikt woensdagochtend het noordwesten en
blijft daar waarschijnlijk slepen.

MODELBEOORDELING:
De timing van het koufront is vrijwel identiek in de diverse modellen.
Na koufrontpassage wordt de ontwikkeling van de grenslaag een
aandachtspunt. In het zuidoosten blijft dichtbij het front het meeste
vocht aanwezig in de vorm van ST. West van het koufront zien we actueel
brede opklaringen en ook de modellen laten die in de loop van de nacht
binnenlopen. Tot zover is het beeld consistent. Vervolgens zien we in
alle modellen in meer of mindere mate een signaal voor
turbulentiestratus (progtemps). Gezien de synoptische setting is de
ontwikkeling van turbulentie ST of lage SC waarschijnlijk. Grootste
onzekerheid zit in de mate waarin ST wordt geadvecteerd. Met name HAP1
laat dit in sterke mate zien, maar we weten dat dit model de ST
doorgaans overschat. Overige modellen geven echter ook een aanwijzing
voor advectieve ST, die in de loop van de dag wel gaat liften door
sterkere menging.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Zuid tot zuidwest 6 Bft in de kustdistricten, in district Texel mogelijk
7 Bft. Komende nacht verdwijnen de zessen tijdelijk. Dinsdagmiddag en
-avond weer 6-7 Bft in de kustdistricten. Ten noorden van de Wadden is
dan een 8 Bft mogelijk.

BEWOLKING:
Bij het koufront gelaagde bewolking, alle modellen tonen ST hierbij en
die wordt op het front ook actueel waargenomen. Achter het front is er
in de opklaringen in de ochtend kans op het ontstaan van ST ten gevolge
van turbulente menging. De verdeling van de ST is lastig aan te geven,
omdat ook eventuele advectie uit het zuidwesten een rol kan gaan spelen.
Accent lijkt te liggen op het zuiden, midden en oosten. Later in de
middag en avond toenemende frontale bewolking (warmtefront). Dit lijkt
gepaard te gaan met onstabiliteit op middelbaar niveau. Op het
warmtefront en in de warmte sector komen alle modellen met een sterk
signaal voor ST
.

NEERSLAG:
Bij het koufront enige uren regen, later ook motregen. Morgen overdag
vooral in de ochtend in het zuidoosten mogelijk af en toe wat motregen.
Morgenavond bij het warmtefront van het westen uit af en toe (mot)regen,
lokaal mogelijk wat buiig van karakter.

ZICHT:
Bij het koufront matig tot slecht zicht, vooral in motregen. Achter het
front wordt het waarschijnlijk nevelig boven land. De modellen tonen ook
wat mist, dat is met name in de vroege ochtend hiet helemaal uitgesloten
als de wind afneemt naar 4-5 knopen. Op de meeste plaatsen zal het
waarschijnlijk echter om nevel gaan.

TEMPERATUUR:
Als de ontkoppeling ten westen van het koufront optimaal wordt, kan de
temperatuur aan de grond tot dichtbij het vriespunt dalen. Gladheid
wordt niet verwacht.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI