Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 03 januari 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 02 januari 2020 om 00.03 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordwestflank van een hogedrukgebied boven het oosten van
Midden-Europa wordt in ons aandachtsgebied met een zuidwestelijke
stroming in de grenslaag vochtige lucht aangevoerd. Een lagedrukgebied
boven de Atlantische Oceaan trekt opvullend oostwaarts. Het bijbehorende
frontale systeem bereikt het noordwesten van ons land aan het begin van
de nacht naar vrijdag en verlaat door golfvorming het zuidoosten pas in
de tweede helft van vrijdagochtend. Op nadering van het front neemt de
wind toe en worden de condities in de grenslaag langzaam minder slecht.
Het golvende front wordt nagenoeg direct gevolgd door een back-bent
occlusie die het noordwesten van het land aan het begin van de middag
bereikt. Deze occlusie trekt zuidoostwaarts en verlaat het zuidoosten
aan het begin van vrijdagavond. Tot aan de back-bent occlusie is de
stroming zuidwesten en is de aangevoerde lucht in de grenslaag erg
vochtig. Met het passeren van de back-bent occlusie draait de stroming
naar noordwest en komen we in de maritiem polaire lucht terecht.

MODELBEOORDELING:
Qua bewolking laten de modellen tot en met donderdagavond in grote
lijnen hetzelfde beeld, allen laten ze de basis van de mist/stratus
overdag geleidelijk oplopen. Voor wat betreft de passage van het
golvende front zien we positie- en timingsverschillen ontstaan. Ook zien
we verschillen ontstaan in de hoeveelheid grenslaagbewolking, Hirlam en
HAP1 laten veel meer stratus zien dan EC en HAP2, op dit moment lastig
aan te geven welk model gelijk gaat krijgen. Ten aanzien van de timing
van de passage van de back-bent occlusie zijn de verschillen gering.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Overdag zien we in de kustdistricten seinen voor ZW 6 Bft verschijnen,
in de avond waarschijnlijk 7 Bft. De 7 Bft verdwijnt in de loop van de
nacht naar vrijdag. Na passage van de back-bent occlusie zien we opnieuw
een 6 Bft, maar dan uit noordwestelijke richting.

BEWOLKING:
Vannacht in het gehele land lage stratus of mist, in het uiterste oosten
aanvankelijk nog opklaringen. Overdag zal de wolkenbasis door de
aantrekkende wind geleidelijk gaan oplopen. Voor de verschillen in de
avond en nacht naar vrijdag zie modelbeoordeling. Bij passage van het
golvende front en de back-bent occlusie zien we wel weer in allen
modellen vrij veel stratus, slechtste condities in beide HAP-modellen.
In de polaire lucht verdwijnt alle grenslaagbewolking en kan er vanaf de
Noordzee wat ondiepe convectieve bewolking ons land binnendrijven.

NEERSLAG:
Bij de beide frontale systemen perioden met regen. Tijdens passage ervan
zijn de beide zones nagenoeg aan elkaar vast gegroeid en amper van
elkaar te onderscheiden.

ZICHT:
Vannacht op veel plaatsen nevel en mist, die in het zuidoosten
aanvankelijk nog verkeersbelemmerend kan zijn. Overdag slechts langzaam
oplopend zicht, oftewel blijvend matig tot slecht. Ook tijdens passage
van de frontale systemen matige tot slechte zichten. Na passage van de
back-bent occlusie in de maritieme polaire lucht uitstekende
zichtcondities.

TEMPERATUUR:
In het oosten vannacht nog temperaturen iets onder nul, daar kans op
gladheid. Overdag Tx rond 5°C. In de nacht naar vrijdag stroomt er
geleidelijk zachtere lucht het land binnen, Tx vrijdag overdag ca. 9°C.




Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI