Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 31 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 30 december 2019 om 09.47 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied boven Centraal-Europa heeft een rug tot over
Frankrijk, waardoor de stroming in onze omgeving zuidwestelijk is. We
bevinden ons nabij de grond in een koude-plaklaag waarin droge
continentaal polaire lucht aanwezig is. Het weer speelt zich af onder
een subsidentie-inversie rond 1500 vt. Een laag, actueel zuidwest van
Ierland, koerst de komende 48u richting Bretagne. Op nadering van dit
laag wordt de stroming vandaag overdag geleidelijk westelijk, waardoor
er opglijding optreedt van vochtigere lucht van zee over de koude
plaklaag. De bij het laag horende inactieve WZW-ONO georiënteerde
frontale zone bereikt vanavond het noorden, trekt vannacht over de koude
plaklaag zuidwaarts en komt in de loop van morgenochtend boven de
zuidelijke grens met België tot stilstand en blijft daar de rest van de
dag stationair. Ten noorden van dit front wordt met een noordwestelijke
stroming vochtigere maritiem polaire lucht aangevoerd. Morgenavond bouwt
een rug op boven het midden en oosten van het land die in de loop van de
avond en nacht langzaam naar het noordoosten trekt, waar deze overdag
vrijwel blijft liggen. In de rugas valt de stroming vrijwel volledig
weg, in het zuidwesten neemt de gradient toe en wordt de stroming
zuidoostelijk.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien is de uitvoer consistent en bruikbaar, in de grenslaag
ontstaan er wel grote verschillen. Het begint met de vraag wanneer er
door opleiding lage bewolking gaat ontstaan voorafgaand aan het front;
Hirlam heeft het nu al terwijl er actueel nog nergens in de FIR iets is
waargenomen, HAP1 volgt aan het einde van de avond en EC en HAP2 pas op
het front. De ervaring van de afgelopen weken leert dat de diverse
modellen (en de verschillende modelversies) vaak allen anders omgaan met
de opglijding van maritieme lucht tegen een koude plaklaag, hetgeen het
maken van een betrouwbare verwachting lastig maakt. We hebben er voor
gekozen om pas vanaf vanavond ST als kans in de berichtgeving op te
nemen. Nabij de frontale zone komen alle modellen met stratus, dit
achten we realistisch en nemen we over. Vannacht passeert een dan een
band met lage bewolking/stratus en mogelijk wat lichte
coalescentieneerslag, hetgeen belangrijk is voor de kansen op gladheid;
aan de voorzijde kortdurend door condensatie in de vochtiger wordende
lucht en aan de achterzijde door condensatie en bevriezing. We zien dat
in Hirlam lichte neerslag wordt berekend, wat in het zuidoosten op
bevroren ondergrond zou kunnen vallen (zie ook NESO). Voordat evt.
neerslag bij het front valt neemt de bewolking al toe, waardoor de
temperaturen al gaan oplopen, dus de kans op ijzel is (zeer) gering. We
noemen de kans hierop, maar gaan hier niet vanuit. Morgen overdag zien
we in de modellen een chaotisch beeld met in de Harmonies hardnekkige
mist/stratusvelden (aandachtspunt) en in het zuiden aanhoudend kans op
lage bewolking bij het slepende front. Voor beoordeling over mogelijke
(zeer) dichte (vuurwerk)mist rond de jaarwisseling, zie "zicht".

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de kustdistricten 6 Bft. Vanaf vanavond m.u.v. het noordoosten van de
FIR geleidelijk afnemende wind.

BEWOLKING:
Vanaf vanavond wordt de vorming van lage bewolking een belangrijk
aandachtspunt, zie modelbeoordeling. Bij het front dat vanavond het
noordwesten bereikt wordt een vrij smalle band met stratiforme frontale
bewolking berekend met daarbij ook St die in de nacht zal passeren.
Morgen overdag in het zuiden waarschijnlijk aanhoudend kans op stratus
nabij het front. Elders mogelijk mist uitbreidend en overgaand in lage
stratus (Harmonies), maar dit is nog onzeker.

NEERSLAG:
Droog. Nabij het front in Hirlam wat lichte (mot)regen door
opglijding/coalescentie. Hirlam scoort qua neerslag bij zwakke
opglijdingsprocessen vaak beter dan de overige modellen, we noemen de
kans hierop. Komende nacht in het zuidoosten dus een kleine kans op
neerslag op bevroren ondergrond, zie modelbeoordeling.

ZICHT:
In de loop van de middag/avond kan er door opglijding van vochtige lucht
tegen de koude plaklaag vochtconvergentie gaan plaatsvinden, waardoor er
van het noordwesten uit teruglopende zichtcondities kunnen optreden.
Vanavond versterkt door dagelijkse gang. Nabij de frontale zone kan er
met name verder landinwaarts ook mist bij voorkomen. Na frontpassage van
het noorden uit weer geleidelijk verbeterende condities. Harmonies laten
de mist bij het front morgen overdag aan de zuidflank van de rug niet
oplossen en weer noordwaarts uitbreiden. Dit is voorlopig een
aandachtspunt. Morgenavond (oudejaarsavond) zien we met name rondom de
rugas in de noordoostelijke helft grote kansen op dichte mist en zelfs
een kleine kans op zeer dichte mist. De interactie tussen (sterk
verhoogde) aerosolconcentraties (door vuurwerk) en mist wordt niet
gemodelleerd wat rond middernacht en daarna een significantie component
is. Synoptisch gezien zijn de omstandigheden met name in de
noordoostelijke helft zeer gunstig voor de ontwikkeling van (zeer)
dichte mist rond de jaarwisseling. Boven het zuiden (mogelijk ook het
midden en oosten) is het de vraag of wolkenvelden aanwezig blijven en
daarnaast neemt de gradient in het zuidwesten toch vrij snel toe
(geowind 10-15 kn). Wel is het nabij de frontale zone mogelijk nevelig,
na middernacht mogelijk mistig.

TEMPERATUUR:
Voor wat betreft de wegdektemperaturen en kansen op gladheid;
vanavond/vannacht zowel voorafgaand aan (condensatie) als achter de
frontale zone (ook bevriezing) kans op gladheid in opklaringen. In de
nacht van woensdag op donderdag opnieuw kansen op gladheid in
opklaringen, zolang de mist nog niet dik genoeg is, zowel door
bevriezing als condensatie. Staat voor beide nachte een redelijke kans
uit.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI