Guidance modelbeoordeling voor Nederland

25-12-2019 16:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 13 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 26 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 25 december 2019 om 15.14 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Ons aandachtsgebied bevindt zich in een noordwestelijke stroming, die
langzaam in kracht afneemt op nadering van een rug die momenteel nog
boven de Britse Eilanden ligt. De ZO-NW georiënteerde rugas bereikt het
zuidwesten aan het begin van de nacht, trekt oostwaarts en verlaat het
noordoosten in de loop van donderdagochtend. Na passage van de rugas
wordt de stroming zuidoostelijk. Een occlusie behorend bij een opvullend
Atlantisch lagedrukgebied bereikt in de loop van donderdagavond het
uiterste zuidwesten. Langs de occlusie ontstaat donderdagochtend boven
het zuiden van Engeland een klein lagedrukgebied onder invloed van een
verscherpende kortgolvige hoogtetrog. Donderdagmiddag snoert in de trog
een hoogtelaag af dat via de Frans-Belgische grens oost-zuidoostwaarts
trekt. Vanaf dat moment vult het laag aan de grond op en blijft er een
WNW-OZO georiënteerde vore over langs de zuidgrens. De occlusie
stagneert hierdoor. Een kortgolvige hoogtetrog trekt vrijdagochtend over
de zuidwestelijke helft naar België. Stroomopwaarts nadert er vrijdag
een warmtefront-golf, maar deze blijft nog ten (noord)westen van ons
aandachtsgebied.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de modellen consistent en bruikbaar.
Detailverschillen zijn er vooral in de grenslaag. De vorming van mist
vanavond en vannacht, die alle modellen in meer of mindere mate laten
zien, is uiteraard sterk afhankelijk van de hoeveelheid en de duur van
de opklaringen. Hoewel er sprake is van een erg grillig beeld, houden de
meeste modellen komende nacht vrij veel SC-velden. De grootschalige
subsidentie is vanavond niet al te sterk en na passage van de rug vindt
er al weer zwakke optilling plaats, wat niet helpt bij het oplossen van
evt. SC. Met name de Harmonie-versies laten in het zuid(west)en aan het
einde van de nacht/tegen de ochtend de SC wegtrekken in een toenemende
zuidoostelijke stroming. Dit valt samen met het binnendrijven van
hoge/middelbare pre-frontale bewolking. EC heeft actueel veel te weinig
bewolking in de grenslaag en laat daardoor waarschijnlijk teveel mist
ontstaan in het oosten en noordoosten, deze oplossing verwerpen we. We
noemen de kans op een mistbank in een langdurige opklaring. Indien zich
vanavond en vannacht meer en bredere opklaringen voordoen nabij de rug,
kan meer nevel/mist ontstaan. Dit kan tot gevolg hebben dat morgen nabij
de rugas aanhoudend slechte condities in de grenslaag mogelijk zijn. We
gaan hier niet vanuit, maar het is wel een gevoeligheid afhankelijk van
de opklaringen om in het achterhoofd te houden. Ook in de nacht naar
vrijdag zijn er met name in het noordoosten onzekerheden voor de kans op
mist afhankelijk van het scenario dat werkelijkheid wordt, we gaan
vooralsnog uit van de kans op mist in opklaringen. Rondom de kortgolvige
hoogtetrog op vrijdag zijn de afgelopen runs nog enige verschillen
geweest, waarbij EC00 een vrijdagochtend een neerslaggebied over het
zuidwesten laten trekken, andere modellen en de nieuwe EC-run laten dit
niet meer zien. Aandachtspunt.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Pas bij het kleine laagje donderdag voor Vlissingen mogelijk een O-ZO 6
Bft, maar die onzekerheid is voorlopig groot. Vrijdagochtend in het
noordwesten van de FIR toenemende kans op 6 Bft.

BEWOLKING:
Actueel Cu/Sc, in het zuidoosten lokaal ook St. In een bui TCu. Op
nadering van de rug verder afnemende onstabiliteitsdiepte. Toppen gaan
eerst nog tot FL070, later zakkend naar 4000-5000 vt. Donderdag overdag
nabij de rug een gevoeligheid voor St/lage Sc bewolking, zie ook
modelbeoordeling. Bij de occlusie van donderdag Sc/Ac en in alle uitvoer
een duidelijk signaal voor St. Er is onzekerheid als gevolg van de
verschillen in positie van de occlusie donderdagavond. Aan de grond
lijkt de occlusie niet verder te komen dan het uiterste zuiden en
zuidwesten.

NEERSLAG:
Lichte buiigheid (in het single-cell regime) gaat door totdat de rugas
gepasseerd is. Ook in de rug blijven de modellen, vooral HAP1, nog
lichte neerslagsignalen berekenen, maar dat lijkt overdreven. In de loop
van de donderdagmiddag in het zuidwesten en zuiden mogelijk wat regen op
nadering van de occlusie. Bij de occlusie op hoogte zien we in Hirlam en
EC ook nog een zwak signaal verder naar het noorden. Dit ziet er
realistisch uit, hoewel het de condities nauwelijks beïnvloedt.

ZICHT:
In neerslag nauwelijks teruglopend zicht. Nabij de rugas zien we in
opklaringen een signaal voor mist(banken) in de nacht naar donderdag,
onzeker als gevolg van een onzekere verwachting van de bedekkingsgraad.
Indien komende nacht meer nevel/mist ontstaat in de rugas is er ook
overdag kans op matige zichten in het noordoosten, zie ook
modelbeoordeling. In de nacht naar vrijdag Is de kans op mist in het
noorden en noordoosten het grootst bij weinig wind en de meeste
opklaringen. KEPS bevestigt dit.

TEMPERATUUR:
Komende nacht in opklaringen mogelijk minima dichtbij nul. In de nacht
van donderdag op vrijdag waarschijnlijk op meer plaatsen, afhankelijk
van de hoeveelheid en dikte van de bewolking in het zuiden. In de nacht
naar vrijdag bestaat er dan m.u.v. het zuiden en westen ook een geringe
kans op gladheid.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI