Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 25 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 24 december 2019 om 04.48 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een Atlantisch laag ten westen van Ierland heeft een frontaal systeem
met occlusiepunt ten zuidwesten van Ierland en bijbehorende warme sector
boven de Golf van Biskaje. Dit systeem trekt oostwaarts en in de
(warmtefront)occlusie vormt zich een lagedrukkern onder de linkeruitgang
van een jetstreak. Deze lagedrukwerk wordt in de loop van dinsdag
dominant ten opzichte van het oorspronkelijke laag. De NW-ZO
georiënteerde warmtefrontocclusie bereikt in de ochtend het zuidwesten
en trekt in de loop van de ochtend naar de noordelijke helft. Opvallend
is een verscherpende barocliene zone voor de warmtefrontocclusie uit,
die actueel (00-04 UTC) voor neerslag en stratus zorgt. De ingebedde
lagedrukkern trekt in de middag oostwaarts over de noordelijke helft van
ons land. Hierdoor komt het zuiden en midden in de zachtere lucht
terecht, die onstabiel van opbouw is en waarin er sprake is van een
stevig windveld. Na passage van het de kern wordt de stroming west tot
noordwest en neemt de wind af. In de nacht naar woensdag passeert een
back-bent occlusie, woensdag overdag is de stroming noordwestelijk op
nadering van een rug die noordoostwaarts trekt.

MODELBEOORDELING:
Er zijn nog steeds kleine verschillen in de baan van de lagedrukkern,
waarbij de meest noordelijke baan nog steeds in de Hir uitvoer zit, de
rest van de uitvoer komt goed overeen. De verschillen in de baan leveren
nog wat onzekerheid op ten aanzien van het windveld aan de zuidwestkant
van het laag. De neerslag bij de barocliene zone wordt in vrijwel alle
uitvoer onderschat, de EC uitvoer lijkt nog het beste. Uiteraard zijn er
de gebruikelijke verschillen in grenslaagbewolking, het is wel duidelijk
dat bij de lagedrukkern de kans op ST <500 vt groot is.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de zuidflank van de occlusie komt in de middag een stevig windveld
te staan, ook boven land. Aan de kust 7 Bft, 8 Bft in de Hap1 uitvoer
honoreren we vooralsnog niet. Wndstoten aan de kust rond 80 km/u, dieper
landinwaarts tot 70 km/u. Het is niet waarschijnlijk dat er landinwaarts
uitschieters van meer dan 75 km/uur voor gaan komen.

BEWOLKING:
Bij de barocliene zone in min of meerdere mate St, de Hir uitvoer lijkt
actueel (00-03 UTC) het beste op de waarnemingen. Bij de occlusie
eveneens St, lokaal beneden 500 vt valt niet uit te sluiten vanwege het
steeds vochtiger worden van de grenslaag door (mot)regen (ook in de Hap3
uitvoer). Met name bij het laag is deze kans aanwezig. Net ten zuiden
van de occlusie kunnen in de middag enkele CB's ontwikkelen, toppen het
hoogst in de Hir uitvoer met FL240, in de rest wat minder hoge toppen.
Woensdagmiddag duidelijk afnemende tophoogte en schering.

NEERSLAG:
Op nadering van en bij de occlusie enkele uren regen en motregen. Ten
zuiden van de occlusie komen dinsdagmiddag en -avond enkele buien voor.
CAPE is 200-300 J/kg, schering 0-6 km is ordegrootte 25 kn, dus
voornamelijk multicel. Kans op korrelhagel, aan de kust een kleine kans
op onweer.

ZICHT:
De slechtste zichten worden verwacht nabij de occlusie en met name bij
het laag.

TEMPERATUUR:
-



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI