Guidance modelbeoordeling voor Nederland

24-12-2019 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 24 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 23 december 2019 om 23.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
In de nacht naar dinsdag passeert in een westelijke stroming een
doorstroomde rug. Een Atlantisch laag ten westen van Ierland heeft een
frontaal systeem met occlusiepunt ten zuidwesten van Ierland en
bijbehorende warme sector boven de Golf van Biskaje. Dit systeem trekt
oostwaarts en in de (warmtefront)occlusie vormt zich in de nacht naar
dinsdag een lagedrukkern onder de linkeruitgang van een jetstreak, die
in de loop van dinsdag dominant wordt ten opzichte van het
oorspronkelijke laag. De NW-ZO georiƫnteerde warmtefrontocclusie
bereikt dinsdagochtend het zuidwesten en trekt in de loop van de ochtend
naar de noordelijke helft, waarbij de ingebedde lagedrukkern
dinsdagmiddag ook oostwaarts over de noordelijke helft van ons land
trekt. Hierdoor komt het zuiden en midden in de zachtere lucht terecht,
die onstabiel van opbouw is en waarin er sprake is van een stevig
windveld. Na passage van het de kern wordt de stroming west tot
noordwest en neemt de wind af. Opvallend is een verscherpende barocliene
zone voor de warmtefrontocclusie uit, die in de nacht naar dinsdag en
dinsdagochtend met name in het noorden van het land voor stratus kan
zorgen. In de nacht naar woensdag passeert een back-bent occlusie,
woensdag overdag is de stroming noordwestelijk op nadering van een van
het zuidwesten uit naderende rug.

MODELBEOORDELING:
Er zijn nog steeds kleine verschillen in de baan van de lagedrukkern,
waarbij de meest noordelijke baan nog steeds in de Hir uitvoer zit, de
rest van de uitvoer komt goed overeen. De verschillen in de baan leveren
nog wat onzekerheid op ten aanzien van het windveld aan de zuidwestkant
van het laag. Uiteraard zijn er de gebruikelijke verschillen in
grenslaagbewolking, het is wel duidelijk dat bij de lagedrukkern de kans
op ST <500 vt groot is. Er zijn ook verschillen in de
neerslag-activiteit van de barocliene zone, waarbij de activiteit in de
Hir uitvoer het grootst is, dit lijkt niet heel waarschijnlijk..

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de zuidflank van de occlusie komt morgen een stevig windveld te
staan, ook boven land. Aan de kust 7 Bft, met een kleine kans op 8 Bft,
voor de Zeeuwse en Zuid-Hollandse kust met windstoten rond 80 km/u en
dieper landinwaarts windstoten tot 70 km/u. Het is niet waarschijnlijk
dat er landinwaarts uitschieters van meer dan 75 km/uur voor gaan
komen.

BEWOLKING:
Bij de barocliene zone in min of meerdere mate St, in de Hap1 en 3
uitvoer lijkt deze te veel en te laag. Bij de occlusie eveneens St,
lokaal beneden 500 vt valt niet uit te sluiten vanwege het steeds
vochtiger worden van de grenslaag door (mot)regen (ook in de Hap3
uitvoer). Met name bij het laag is deze kans aanwezig. Net ten zuiden
van de occlusie kunnen dinsdagmiddag enkele CB's ontwikkelen, toppen het
hoogst in de Hir uitvoer met FL240, in de rest wat minder hoge toppen.

NEERSLAG:
Op nadering van en bij de occlusie enkele uren regen en motregen. Ten
zuiden van de occlusie komen dinsdagmiddag en -avond enkele buien voor.
CAPE is 200-400 J/kg, schering 0-6 km is ordegrootte 25 kn, dus
voornamelijk multicel. Kans op korrelhagel, aan de kust een kleine kans
op onweer.

ZICHT:
De slechtste zichten worden verwacht nabij de occlusie en met name bij
het laag.

TEMPERATUUR:
-



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI