Guidance modelbeoordeling voor Nederland

16-12-2019 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 17 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 16 december 2019 om 10.29 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een zuidwestelijke stroming voert polaire lucht aan. In deze stroming
bevindt zich boven Het Kanaal en het noord(west)en van Nederland een
barokliene zone (restanten van een occlusie) met van tijd tot tijd
convectie. Deze zone blijft tot en met vannacht nagenoeg stationair.
Vandaag wordt de stroming geleidelijk meer zuidelijk en krijgen we te
maken met warmtefrontneerslag tamelijk ver voor het grondfront uit. Op
hoogte trekt het warmtefront van het zuiden uit vandaag over maar door
een (relatieve) plaklaag passeert het grondfront pas vannacht waardoor
dinsdag overdag het hele land in de warme sector komt. Dinsdagavond
trekt het warmtefront van het westen uit als koufront oostwaarts over
ons land.

MODELBEOORDELING:
De grootste verschillen zitten in de grenslaagcondities aan de zuidkant
van het warmtefront vanavond en vannacht. Aan de zuidkant van de
warmtefrontneerslag ontstaat vanavond in het noorden in alle uitvoer
grenslaagbewolking. Dit lijkt vooral als gevolg van convergentie in de
grenslaag te zijn i.c.m. vocht van de neerslag. Hap1 berekent mist, Ha40
en Hirlam berekenen ST onder de 500 vt terwijl EC tussen de 500-1000 vt
op het grondfront vannacht. De KEPS komt met 30-40% mist in het
noordelijke kustgebied aan het einde van de nacht/begin van de ochtend.
We gaan uit van een kleine kans op mist, met name in het noorden. Ook in
de wind van morgenmiddag/avond zitten verschillen, zie Wind(stoten).


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Actueel in de noordelijke kustdistricten Z-ZW 6 Bft, spoedig
verdwijnend. Morgenmiddag aan de westkust zuid 6 Bft morgenavond aan de
noordkust. De modellen verschillen in de grootte van het windveld,
vooral Hir en EC geven nauwelijks indicatie op 6 Bft terwijl de HAP's
dat uitgebreider doen met HAP1 zelfs lokaal 7 Bft. We verwerpen
vooralsnog de 7 Bft en gaan uit van 6 Bft aan de westkust en later aan
de noordkust.

BEWOLKING:
Bij de occlusie boven de Noordzee convectieve bewolking, tophoogte rond
FL120, geleidelijk afnemend als gevolg warmte-advectie als gevolg van
het naderen van het warmtefront. In het noordwesten lokaal nog St.
Vorming van St maandagavond en dinsdagnacht op en net achter het
(grond)warmtefront in het noorden en noordwesten. Dit is realistisch,
gezien de sterke frontale inversie, convergentie in de grenslaag en
vocht van de neerslag. Dinsdagavond en het begin van woensdagnacht bij
passage van het koufront weer St.

NEERSLAG:
Bij de occlusie buiige neerslag. Bij en voor het warmtefront stratiforme
(mot)regen. Het grote verschil in timing van de passage van het koufront
dinsdagavond tussen Hirlam en de andere modellen is verdwenen, allemaal
laten ze het dinsdagavond passeren met stratiforme neerslag.

ZICHT:
Goed, in neerslag bij de occlusie matig. Vannacht op uitgebreide schaal
nevel en op en vlakbij het grondfront kans op mist, met name in het
noorden.

TEMPERATUUR:
Vanavond en vannacht vrijwel geen dagelijkse gang, temperatuur loopt in
de nacht naar dinsdag verder op. Dinsdag zacht met Tx van 15°C in het
zuiden.



Paraaf meteoroloog: tuenter
Bron: KNMI