Guidance modelbeoordeling voor Nederland

15-12-2019 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 16 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 15 december 2019 om 23.22 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een zuidwestelijke stroming voert polaire lucht aan. In de
zuidwestelijke stroming bevindt zich boven Het Kanaal en noorden van
Nederland een barokliene zone (restanten van een occlusie) met van tijd
tot tijd convectie. Deze zone is en blijft tot en met dinsdagochtend
nagenoeg stationair. Aan het eind van de nacht en begin van de ochtend
is er met name in de westelijke helft van het land kans op turbulentie
stratus. Maandag overdag wordt de stroming meer zuidelijk en krijgen we
te maken met warmtefrontneerslag tamelijk ver voor het grondfront uit.
Dinsdagnacht passeert van het zuiden het grondfront waarmee dinsdag
overdag het hele land in de warme sector komt.

MODELBEOORDELING:
De occlusie zone met convectie lijkt in de Hap 1 en Hap 2 qua
intensiteit nog het beste op de waarnemingen. EC is te weinig actief,
maar nu lijkt in alle modellen de zone op de juiste positie te worden
berekend. Bij en aan de zuidkant van de convectielijn, ontstaat
maandagochtend mogelijk grenslaagbewolking (St), vooral te zien in in de
Hir uitvoer en de Hap1 uitvoer. De neerslag van het warmtefront is min
of meer consistent aanwezig in de div. uitvoer. Aan de zuidkant van de
warmtefrontneerslag ontstaat maandagavond in het noorden in alle uitvoer
in min of meerdere mate grenslaagbewolking. Dit lijkt vooral als gevolg
van convergentie in de grenslaag te zijn i.c.m. vocht van de neerslag.
Er blijft een sterke frontale inversie in stand, die pas dinsdag overdag
oplost.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Uitvoer is bruikbaar: kustseinen en Nordzee-seinen. Bij de buien boven
zee nog uitschieters tot ongeveer 40 kn mogelijk.

BEWOLKING:
Convectieve bewolking, tophoogte rond FL220, afnemend bij toenemende
warmte-advectie als gevolg van het naderen van het warmtefront. Maandag
boven de Noordzee ongeveer FL120. Kans op St maandagochtend met name in
de westelijke helft en bij en ten Z van de convectielijn. De vorming van
St maandagavond in het noorden en noordwesten is wel realistisch, gezien
de sterke frontale inversie, convergentie in de grenslaag en vocht van
de neerslag.

NEERSLAG:
Schering (0-3 km, later 0-1500 m) is ongeveer 25 kn, CAPE 200-400 J/kg
(hoogste waarden noorden FIR). Multicel convectie. Bij het warmtefront
wat verschillen, de hoeveelheden zijn niet groot, 1-3 mm, duidelijk is
wel dat het front maandagavond boven het (uiterste) noorden en de
Noordzee activeert.

ZICHT:
In de vochtige stabiele zone maandagavond boven het noorden en
noordwesten slecht.

TEMPERATUUR:
Maandagavond vrijwel geen dagelijkse gang, temperatuur loopt in de nacht
naar dinsdag verder op. Dinsdag zacht met Tx van 15°C in het zuiden.



Paraaf meteoroloog: debie
Bron: KNMI