Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 15 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 14 december 2019 om 23.27 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Ons land bevindt zich in de polaire lucht. Een occlusie (CAD),
herkenbaar aan hogere Theta-w 850 hPa boven Engeland bereikt vannacht
het westen van het land en verlaat aan het eind van de nacht het oosten.
In het kielzog van de CAD lijkt een trog voor extra triggering van buien
te zorgen. Zondagmiddag trekken buien in een zuidwestelijke stroming
over het westen en noorden, deze worden voornamelijk door
shearvorticiteit en door kustconvergentie extra geactiveerd. In de nacht
naar maandag beperken de buien zich tot de kustdistricten Noordzee. Als
gevolg van het uitzakken van de hoogtetrog richting Portugal wordt de
bovenstroming zuidelijke komt maandag het polaire front richting ons
land en ligt 's middag over het zuiden.

MODELBEOORDELING:
Het beste worden de buien (zowel bij als achter de CAD) met de
convectieve items berekend door de Harmonie uitvoer.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Er zit een verschil in de windsnelheid aan de oostzijde van de CAD, in
de Harmonie uitvoer 8-9 Bft, in de rest 7-8 Bft. We noemen 8, mogelijk 9
Bft. De uitschieters in de Harmonie uitvoer lijken realistisch, gezien
de organisatie van de convectie. Bij de CAD 55-65 kn boven zee, 50-55 kn
aan de kust, landinwaarts 40-45 kn. Roosterpuntkansen op >75 km/uur in
de KEps uitvoer landinwaarts maximaal ongeveer 30%, aan de noordwestkust
ongeveer 60% op 90 km/uur of meer. Aan de kust een gele waarschuwing
waard, landinwaarts mogelijk in het zuiden (zie neerslag).

BEWOLKING:
Toppen van de CB's aan de koude (west)kant van de CAD van zondag tot
ongeveer FL220, zondagmiddag tot FL240.

NEERSLAG:
Bij de CAD van zondagnacht en -ochtend bedraagt de SBCAPE boven zee ca.
400 J/kg, boven land 100-200 J/kg. De 0-3 km windschering varieert
daarbij van ca. 25 kn in het noorden tot 40-45 kn in het zuiden De
schering is meest snelheidsschering. We gaan dus uit van een goede
organisatie van de convectie (multicel). Enkele boogsegmenten zijn
daarbij ook mogelijk, zeer lokaal kan in het zuiden een mini-supercel
tot ontwikkeling komen. Bij beide fenomenen zijn de windstoten het
belangrijkste aandachtspunt. De toppen van de buien reiken tot ca.
FL200/-30C, onweer is waarschijnlijk en lokaal is ook korrelhagel
mogelijk.
De buien in de middag boven het westen lijken door convergentie (Nauw
van Calais, Thamesmonding) geforceerd te worden. In combinatie met wat
convergentie aan de Nederlandse kust en scheringsvorticiteit aan de
koude kant van de jet, zullen de buien duidelijke voorkeursgebieden
(lijnen) hebben. De 0-3 km windschering bedraagt dan rond 30 kn en
SBCAPE 300-400 J/kg. Het gaat daarbij dus wederom om multicel-convectie,
waarbij korrelhagel waarschijnlijk is en vnl. in de kustgebieden lokaal
onweer kan voorkomen.


ZICHT:
Tijdens buien matig zicht, verder geen bijzonderheden.

TEMPERATUUR:
Komende nacht in het noordoosten Tmin tot ca 1 graad, op enkele punten
Tweg<0. Bij sterkere ontkoppeling dan in de uitvoer kan het nog wat
lager uitkomen. In de tweede helft van de nacht loopt de temperatuur
weer op (bewolking en wind).



Paraaf meteoroloog: debie
Bron: KNMI