Guidance modelbeoordeling voor Nederland

14-12-2019 19:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 15 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 14 december 2019 om 19.20 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
De stroming draait van west naar zuidwest. Een occlusie (CAD), om 15 UTC
boven het noorden en oosten trekt oostwaarts. Een volgende CAD,
herkenbaar aan hogere theta-w 850 hPa en een duidelijke frontale trog
passeert zondagochtend. Zondagmiddag trekken buien in een zuidwestelijke
stroming over het westen en noorden, deze worden voornamelijk door
kustconvergentie veroorzaakt, een oude trog (wat hogere theta-w 850 hPa)
trekt over het noorden en ten noorden van Nederland.

MODELBEOORDELING:
Bij de CAD van zondag zijn er timingsverschillen van circa 1 uur. De
convectieve verschijnselen bij de CAD zitten uiteraard meer uitgesproken
in de div. Harmonie uitvoer.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Er zit een verschil in de windsnelheid aan de oostzijde van de CAD van
zondag, in de Harmonie uitvoer 8-9 Bft, in de rest 7-8 Bft. We noemen 8,
mogelijk 9 Bft. De uitschieters in de Harmonie uitvoer lijken
realistisch, gezien de organisatie van de convectie. Bij de CAD 55-65 kn
boven zee, 50-55 kn aan de kust, landinwaarts 40-45 kn.
Roosterpuntkansen op >75 km/uur in de HarmonEps uitvoer landinwaarts
maximaal ongeveer 30%, aan de noordwestkust ongeveer 60% op 90 km/uur of
meer. Aan de kust een gele waarschuwing waard, landinwaarts mogelijk in
het zuiden (zie neerslag).

BEWOLKING:
Toppen van de CB's aan de koude (west)kant van de CAD van zondag tot
ongeveer FL220, zondagmiddag tot FL240.

NEERSLAG:
Bij de CAD van zondagnacht en -ochtend bedraagt de SBCAPE boven zee ca.
300-400 J/kg, boven land 100-200 J/kg. De 0-3 km windschering varieert
daarbij van ca. 25 kn in het noorden tot 40-45 kn in het zuiden. We gaan
dus uit van een goede organisatie van de convectie (multicel). De wind
op enige hoogte (westelijk) maakt een duidelijke hoek met de forcering
(ZZW-NNO georienteerd), zodat de cellen ondanks de lijnvormige forcering
een overwegend geïsoleerd karakter kunnen behouden en lang in stand
kunnen blijven. Enkele boogsegmenten zijn daarbij ook mogelijk, zeer
lokaal kan in het zuiden een supercel tot ontwikkeling komen. Bij beide
fenomenen zijn de windstoten het belangrijkste aandachtspunt. De toppen
van de buien reiken tot ca. FL200/-30C, onweer is waarschijnlijk en
lokaal is ook korrelhagel mogelijk.
De buien in de middag boven het westen lijken door convergentie (Nauw
van Calais, Thamesmonding) geforceerd te worden, in combinatie met wat
convergentie aan de Nederlandse kust, de buien zullen duidelijke
voorkeursgebieden (lijnen) hebben. De buien boven het noorden en ten
noorden van Nederland hangen samen met een oude trog. De 0-3 km
windschering bedraagt dan rond 30 kn, en SBCAPE 300-400 J/kg. Het gaat
daarbij dus wederom om multicel-convectie, waarbij korrelhagel
waarschijnlijk is en vnl. in de kustgebieden lokaal onweer kan
voorkomen.


ZICHT:
Geen bijzonderheden.

TEMPERATUUR:
Komende nacht in het noordoosten Tmin tot ca 1 graad, op enkele punten
Tweg<0. Bij sterkere ontkoppeling dan in de uitvoer kan het nog wat
lager uitkomen. In de tweede helft van de nacht loopt de temperatuur
weer op (bewolking en wind).



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI