Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 07 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 06 december 2019 om 17.55 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een stevige zuidwestelijke stroming voert vooral op enige hoogte
vochtige en zachte lucht aan, aan de grond vormt een warmtefront boven
het land de voorste begrenzing van deze vochtige en zachte lucht. Aan de
grond komt dit warmtefront slechts zeer moeizaam door als gevolg van de
stabiele, koude ondiepe grenslaag. Op enige hoogte gaat dat een stuk
gemakkelijker en dat verklaart waarom de neerslaggebieden vrij snel over
het aandachtsgebied trekken. Een koufront boven de Noordzee bereikt
vanavond het westen en trekt vervolgens wat vertragend oostwaarts over
het land, aan de grond is de stabiele laag nog altijd niet geheel
opgeruimd. Een cold air development loopt op dit koufront in en vormt
een instant-occlusion-achtig systeem, een scherpe kortgolvige hoogtetrog
volgt later vanavond. Dit gaat ook gepaard met een grondtrog. Pas na
passage van de instant-occlusion wordt de stabiele laag aan de grond
opgeruimd. Komende nacht en zaterdag overdag komt er een occlusie (met
daarachter de echt drogere lucht) ergens boven het noorden van de FIR te
liggen. Zaterdagavond passeert een vlakke rug en nadert het frontaal
systeem van een stormdepressie (genaamd Atiyah), gelegen tussen IJsland
en Ierland.

MODELBEOORDELING:
De uitvoer van is qua stromingpatroon consistent vwb de stroming en de
timing van de systemen, zowel in vergelijking met de vorige uitvoer als
tussen de uitvoer van de afzonderlijke modellen. Er zijn de typische
verschillen in representatie van de neerslag en grenslaagbewolking, de
laatste wordt niet altijd juist weergegeven. EC en Hirlam zijn deze run
te optimistisch en berekenen de wolkenbasis op veel plaatsen te hoog.
HAP1 en Har40 beschrijven de bases, in elk geval ten opzichte van de
actualiteit, het best. Wat neerslag betreft zijn alle modellen iets te
negatief.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Uitvoer is bruikbaar. 7 Bft op de Noordzee, 8 Bft in Dover. Bij de
grondtrog een klein gebiedje tijdelijk opnieuw dikke 7 Bft's met
uitschieters 40-45 kn, met name bij convectie. Criterium voor een gele
waarschuwing (49 kt) voor uitschieters wordt boven land niet gehaald.

BEWOLKING:
De grenslaagbewolking wordt op dit moment het best beschreven door HAP1
en Har40. Pas na passage van de instant-occlusion (feitelijk CAD +
koufront) verdwijnt de stratus, dat is nu al boven de Britse Eilanden te
zien. Toppen CB bij de trog tot ongeveer FL200, met name boven zee en
langs de kust. Komende nacht is er in het zuidoosten enige
turbulentiestratus mogelijk. Zaterdag overdag Sc/Cu, mogelijk een enkele
TCU met toppen 6000vt.

NEERSLAG:
Een lastige situatie waarbij de frontale neerslag op enige hoogte gewoon
doorloopt naar het oosten en de fronten aan de grond blijven steken
tegen de koude laag. modellen hebben hier moeite mee. Verder zien we de
convectieve neerslag op de trog gedetailleerder terug in HAP en HAR.
Timing hiervan lijkt iets te vlot. Bij de trog CAPE boven zee tot
maximaal 500 J/kg, boven land is er nauwelijks onstabiliteit. Aan de
kust en boven zee een vrij grote kans op onweer. Schering is ongeveer
30-40 kn, dus goed georganiseerde multicellen zijn mogelijk. Deze buien
trekken later in de avond en begin van de nacht snel naar Duitsland weg.
Zaterdag lokaal nog wat lichte motregen of een lichte (TCU)bui.

ZICHT:
Na passage van de instant-occlusion buiten neerslag goede zichten.

TEMPERATUUR:
Geen dagelijkse gang, temperatuur loopt geleidelijk op, Tmax wordt
landinwaarts pas vanavond bereikt.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI