Guidance modelbeoordeling voor Nederland

03-12-2019 16:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 04 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 03 december 2019 om 15.44 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordwestflank van een hoog boven Centraal- en Oost-Europa wordt
met een zuidwestelijke stroming maritiem polaire lucht aangevoerd in de
grenslaag. Boven de grenslaag bevindt zich boven de noordelijke Noordzee
een NO-ZW georienteerd warmtefront, wat komende nacht boven de
noordelijke helft van het land kantelt en morgen als NW-ZO georienteerd
koufront het noordoosten verlaat. Deze frontale zone is aan subsidentie
onderhevig en is vooral te herkennen aan de (oplossende) bewolking en
herkenbaar aan het Theta-w 850 hPa patroon: 7°C. Pas morgenmiddag
begint het eerder genoemde hoog langzaam een oostwaartse verplaatsing te
krijgen. Een uitloper van het hoog ligt actueel W-O georienteerd boven
het noorden van Frankrijk en Luxemburg. De rug trekt langzaam
noordwaarts en bereikt het zuiden van het land in de loop van de nacht
en verlaat het noordoosten morgenavond. Noord van de rugas is de
stroming zuidwestelijk en vochtig, zuid van de rugas is stroming
zuidoostelijk en (door subsidentie/lij-werking) droger. In de loop van
morgenavond en in de nacht naar donderdag wordt de stroming na het
passeren van de rug en het oostwaarts trekkende hoog zuidwestelijk. In
de nacht naar donderdag bereikt een inactief NO-ZW georiënteerd
koufront het westen en trekt donderdag overdag oostwaarts. Achter het
koufront wordt met een (toenemende) westelijke stroming drogere lucht
aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de modellen consistent en bruikbaar. Echter,
gezien het weer zich vooral afspeelt in de grenslaag en de modellen hier
grote moeite mee hebben zijn er op detailniveau aandachtspunten. Met
name de bewolking en de eventuele kans op nevel en mist wordt door de
modellen erg verschillend opgelost. Met name de lage bewolking en mist
die in de beginsituatie door de modellen ten noorden van de rugas wordt
opgelost is in werkelijkheid op veel kleinere schaal aanwezig of is
zelfs afwezig. In Hirlam is de nevel en mist die wel aanwezig is
helemaal afwezig en EC overdrijft de situatie. Kortom, we moeten
nowcasten. We zien dat met het noordwaarts trekken van de rug de lucht
geleidelijk vochtiger wordt. Ook zijn er nu boven de zuidelijke helft
brede opklaringen aanwezig, waarin de komende uren de kans op grondmist
en nevel weer toeneemt. Wat echter opvallend is, is dat de geowind ten
noorden van de rugas in het zuiden 15-20 kn is en alleen in het
zuidoosten 10-15 kn. In de modellen wordt de mist advectief aangevoerd
en dat zou de dikkere mist die we ook in de progtemps zien kunnen
verklaren. Echter, ten noorden van de rugas is deze mist actueel
grotendeels afwezig en daarmee verwachten we dat de eventuele mist/nevel
die in opklaringen ontstaat niet heel dik wordt gegeven de vrij hoge
geowind. Als de mist en nevel dunner is, kan de grenslaag wat verder
afkoelen. HAP1 laat morgenochtend in het westen een progtemp zien
waarbij een laag tussen 500-1000 vt onderkoeld en verzadigd is, met
mogelijk ijsaanzettingsproblemen voor de luchtvaart. Dit is voorlopig
een aandachtspunt. Alle mist die advectief wordt aangevoerd kan wel
dikker zijn en zich uit gaan breiden. De mist/nevel die advectief wordt
aangevoerd in de rugas is actueel wel aanwezig en de condities hierbij
achten we ook realistisch in onze omgeving wanneer de rugas ons bereikt
heeft. Het zwakke warmtefront lijkt voor de noordwestelijke helft voor
iets meer SC-velden te zorgen waardoor er daar een minder grote kans op
mist is. Nabij en ten zuiden van de rugas is het morgen overdag en de
nacht naar donderdag erg vochtig, we gaan er vanuit dat het nabij de
rugas aanhoudend mistig kan zijn en ten zuiden nevel overheerst. Na
passage van het koufront verdwijnen de slechte condities.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Zie ook modelbeoordeling. In de noordwestelijke helft van het land
SC-bewolking, die komende avond en nacht mogelijk deels gaten vertoont
met als gevolg mogelijke vorming van turbulentie stratus/mist. Op
nadering van de rugas in de zuidoostelijke helft toenemende kans op lage
stratus en mist. Nabij en zuid van de rugas aanhoudende kans op stratus.
Bij en achter het koufront SC-bewolking.

NEERSLAG:
Nabij het warmtefront boven de Noordzee kans op wat lichte regen. Verder
geen bijzonderheden.

ZICHT:
Ten noorden van de rugas over het algemeen goede zichten. In het
zuidoosten actueel nevelig. Van het zuiden uit een toenemende kans op
mist, mogelijk ook dichte mist (<200 m).
Nabij de rugas slechte zichten door (dichte) mist. Woensdag overdag in
een groot deel van het land nevelig en nabij de rugas aanhoudende kans
op mist. Morgen overdag In het zuidoosten kan het zicht tijdelijk
verbeteren naar goed wanneer daar de zon doorbreekt a.g.v. subsidentie
door de lijwerking in de zuidoostelijke stroming. Na passage van het
inactieve koufront goede zichten.


TEMPERATUUR:
Komende nacht in de mist/stratus Tn rond of iets boven het vriespunt, in
een langdurige opklaring mogelijk onder het vriespunt. Woensdag overdag
wordt het op veel plaatsen niet warmer dan ca. 3°C, in het zuidoosten
kan het bij voldoende opklaringen en wat subsidentie nog 5°C worden. In
de nacht naar donderdag grotendeels bewolkt en weinig verloop in de
temperatuur.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI