Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 24 november 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 23 november 2019 om 05.10 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een actief laag boven de Golf van Biskaje en een hogedrukgebied
boven Rusland staat een zuidoostelijke stroming, waarmee continentale
lucht wordt aangevoerd. Het laag trekt naar het westen van Frankrijk om
vervolgens op te splitsen in twee afzonderlijke laagjes, waarbij één
laag via Zuidoost-Frankrijk richting Middellandse Zee trekt en het
tweede laag opvullend richting Zuidoost-Engeland trekt en boven ons land
zondag voor een zwakke trog zorgt.
De stroming draait aan het begin van de periode naar oost waarbij de
gradiënt toeneemt. Rond het oorspronkelijke laag is een occluderend
frontaal systeem gedraaid. In de loop van de nacht en overdag wordt de
neerslag van het front boven het zuidwesten verwacht. De hoeveelheid is
beperkt en lijkt vooral te koppelen aan een lokaal maximum van
warmte-advectie. Er ontwikkelt hierdoor een sterke inversie rond
1500-2000 vt. In de loop van vanavond vult het tweede laag op en blijft
er slechts een WNW-OZO georiënteerde vore over, die zondagochtend het
uiterste zuiden bereikt. De gradient neemt op nadering van de vore sterk
af.

MODELBEOORDELING:
Boven het noorden (afkomstig van Duitsland) bevindt zich een veld met
stratus, welke in de loop van de nacht richting Noordzee moet trekken.
Hirlam en EC berekenen minder overtuigend de stratus en het verloop.
Echter, in werkelijkheid strekt dit gebied zich zuidelijker en
oostelijker uit dan in de modellen, echter zou dit zuidelijke deel door
de toenemende gradiënt en enige lij-werking van de Duitse
middelgebergten geleidelijk moeten oplossen. We gaan alleen uit dat
beperkt blijft tot de noordelijke provincies, waarbij het nog
onduidelijk is hoelang deze stratus zal blijven worden aangevoerd
aangezien er mogelijk ook nog aanmaak boven Noord-Duitsland zal
plaatsvinden ten gevolge van afkoeling van de vochtige laag onder de
inversie. Wat betreft de activiteit van de occlusie van vannacht en
morgenochtend is Hirlam het meest enthousiast, al lijkt de neerslag
vooral uit middelbare bewolking te vallen en vervolgens door een droge
laag. De neerslag lijkt door Hirlam dan ook iets overschat te worden;
Hirlam verdampt te weinig neerslag in de droge laag tussen 1000-5000
vt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Langs de kust en op het IJsselmeer 6 Bft, Noordzeedistricten 7 Bft

BEWOLKING:
Boven de Noordzee aanvankelijk velden Sc. In het noorden vannacht
advectieve ST, mogelijk ook overdag nog aanhoudend. Bij en op nadering
van de occlusie gelaagde middelbare en hoge bewolking. Zondag weinig
bewolking


NEERSLAG:
Bij de occlusie soms wat lichte regen langs de Belgische grens, in de
loop van de dag krijgt waarschijnlijk alleen Zeeland nog daar mee te
maken.

ZICHT:
Het zicht blijft in het algemeen vrij goed, de wind blijft redelijk
doorstaan. In het noordoosten lokaal nevel door advectie uit Duitsland.
In de nacht naar zondag wordt de kans op mist met name nabij de vore
groter op het moment dat de wind afneemt.

TEMPERATUUR:
Vannacht in het noordoosten het koudst, aan de grond op enkele plaatsen
richting nul. In de nacht naar zondag op meer plaatsen rond het
vriespunt, dan in het midden en zuiden als daar de wind er meer uitgaat.
Overdag de hoogste waarden, rond of zelfs boven de 10 graden, in het
oosten en zuidoosten ten gevolge van lij-werking en omdat de hogere
delen tegen de inversie aan zitten en zich dus in warmere lucht
bevinden.



Paraaf meteoroloog: debie
Bron: KNMI