Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 23 november 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 22 november 2019 om 12.46 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een actief laag boven de Golf van Biscaje en een hogedrukgebied
boven Rusland staat een zuidelijke stroming, waarmee continentale lucht
wordt aangevoerd. Een zwakke NW-ZO georiënteerde occlusie ligt net ten
noorden van het land en trekt noordwaarts. Het laag trekt langzaam
opvullend naar het westen van Frankrijk, waardoor de stroming vanavond
naar zuidoost draait en de gradient toeneemt. Aan het laag is een
occluderend frontaal systeem gekoppeld. Voor dit systeem uit is nog een
occlusie geanalyseerd (vanuit de historie, is vooral op TFP goed te
volgen). In de loop van de nacht en zaterdag overdag komt de voorste
occlusie tijdelijk boven het zuidwesten te liggen. De activiteit ervan
is beperkt en lijkt vooral te koppelen aan lokaal maximum van
warmte-advectie. Er ontwikkelt zich hierdoor een sterke inversie met top
tussen 1500-2000 vt. Later op zaterdag vult het genoemde laag op en
blijft er slechts een WNW-OZO georiënteerde vore over, die
zondagochtend het uiterste zuiden bereikt. De gradient neemt op nadering
van de vore sterk af.

MODELBEOORDELING:
De terugkeer van de stratus vanaf de Noord-Duitse laagvlakte vanavond
laat of komende nacht wordt door alle modellen berekend.
Detailverschillen zijn uiteraard wel aanwezig. De ontwikkeling de
komende uren is in alle modellen tamelijk eenduidig: vooral door een
toenemende gradient en enige lij-werking van de Duitse middelgebergten
laten alle modellen de lage bewolking voor een deel oplossen. Vooral
Hirlam doet dit overigens veel te snel. Vanavond zien we het restant
door afkoeling weer wat aangroeien en het is de vraag of het uiterste
noordoosten hiermee te maken krijgt. De meeste ST trekt waarschijnlijk
noordoost langs, maar helemaal uitsluiten kunnen we het niet.
Wat betreft de activiteit van de occlusie van zaterdag is Hirlam het
meest enthousiast, al lijkt het vooral uit middelbare bewolking te
vallen en vervolgens door een droge laag. De neerslag lijkt door Hirlam
dan ook iets overschat te worden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
De mogelijkheid van een 7 Bft buitengaats bestaat op zaterdag. Verder
zien we dat met name Ha40 iets meer ontkoppeling laat zien komende
nacht, wat relevant is voor de afkoeling.

BEWOLKING:
In het (uiterste) noordoosten vannacht een kans op (advectieve) ST,
mogelijk ook aanmaak boven Noord-Duitsland ten gevolge van afkoeling van
de vochtige laag onder de inversie. De ST blijft ook zaterdag overdag
een aandachtspunt. Op de occlusie vooral middelbare bewolking.

NEERSLAG:
Bij de occlusies soms wat lichte regen. Op zaterdag verdampt Hirlam te
weinig neerslag in de droge laag tussen 1000-5000 vt.

ZICHT:
Komende nacht blijft het zicht in het algemeen vrij goed. De wind blijft
redelijk doorstaan. In het noordoosten waarschijnlijk advectief nevel
uit Duitsland. De mistkansen lijken klein. In de nacht naar zondag wordt
de kans op mist met name nabij de vore groter als de wind afneemt.

TEMPERATUUR:
Komende nacht in het noordoosten het koudst, lokaal +1, aan de grond op
enkele plaatsen net onder nul. In de nacht naar zondag op meer plaatsen
rond het vriespunt, dan in het midden en zuiden als daar de wind er meer
en meer uitgaat. Overdag de hoogste waarden, rond 10 graden, in het
oosten en zuidoosten ten gevolge van lij-werking van Ardennen en
Sauerland.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI