Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 07 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 19 november 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 18 november 2019 om 10.18 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag, om 09 UTC boven Sleeswijk-Holstein trekt langzaam noordwaarts
en komt morgen boven het zuiden van Scandinavie aan. Rond het laag
bevindt zich een occluderend frontaal systeem. De warme sector blijft
ruim ten oosten van ons land. Vanuit het westen komt langzaam een rug
naderbij. Hiervoor uit liggen nog een aantal occlusie (restanten) De
eerste ligt midden boven het land, de tweede net ten westen van ons land
boven de Noordzee, de derde boven de Noordzee en het zuidoosten van de
Britse Eilanden. Met het wegtrekken van het laag en het naderbij komen
van de rug trekken de occlusies geleidelijk oostwaarts en komen vanavond
en vannacht boven ons land te liggen. De gehele frontale zone activeert
hierbij dankzij een hoogtelaag dat vanaf het zuiden van Duitsland ten
oosten van ons land langs noordwaarts trekt. Een secundair hoogtelaag
ontstaat vannacht boven het zuiden van ons land en trekt in een gekromde
baan eerst oostwaarts richting Duitsland en vervolgens over het
noordoosten van ons land weer westwaarts. In het grondpatroon trekt de
rug dinsdag vanuit het zuidwesten ons land binnen en trekt in de nacht
naar woensdag noordoostwaarts over het land. Hierachter wordt de
stroming zuidelijk.


MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de verschillen tussen de verschillende modellen
miniem. De aandachtspunten zitten in de grenslaag (ST) en de neerslag.
Actueel zitten de modellen allen niet goed op de ST, ze hebben allen het
gebied te oostelijk. Waarschijnlijk blijft de ST vandaag vrij
hardnekkig, zeker gezien de intensivering van de neerslag. Ook de
neerslagpatronen wijken in detail af. De neerslag boven het westen van
het land wordt niet weergegeven. Alle modellen tonen de intensivering
van de neerslag boven het oosten en de buiigheid bij de occlusies die er
van uit het westen in komen. In het oosten valt op veel plaatsen nog
eens meer dan 20 mm, met op enAlle modellen tonen vannacht en
morgenochtend ook de buien bij de occlusies.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de westflank van het laag boven zee 6-7 Bft en achter de occlusie
opnieuw 6 tot 7 Bft. De 7 is wel iets afgezwakt ten opzichte van de
vorige runs. Boven zee dan uitschieters tot 40 kt, boven lang geen
bijzonderheden.


BEWOLKING:
Nabij de occlusies boven het noordwesten van de FIR Cu/Sc en zo nu en
dan St en in het noordwesten van de FIR tevens enkele TCU's (top
6000vt/-3°C). Bij het occluderende frontaal systeem Sc/Ac/Ns/St. De ST
lijkt beperkt zich tot de oostelijke helft. Dit zit actueel veel
westelijker dan in de modellen en daarmee boven het oosten van het land.
Op de occlusies die ons van het westen uit bereiken enkele Tcu/Cb's,
toppen tot FL100. Na passage van alle occlusies overwegend Cu.

NEERSLAG:
Op de occlusies ondiepe buien in het single-cell regime. De totale
neerslaghoeveelheid voor het oosten van het land is aanzienlijk, in alle
uitvoer tot en met dinsdag accumulaties in het oosten 20-40 mm. Zie
verder modelbeoordeling.

ZICHT:
Matige tot slechte zichten in neerslag, verder goede zichten. Komende
nacht teveel bewolking en wind voor mist. In de nacht naar woensdag wel
kans op mist: in de rug weinig wind en goede ontkoppeling.

TEMPERATUUR:
Vandaag en morgen geen bijzonderheden; de nacht naar woensdag koud, op
uitgebreide schaal vorst.



Paraaf meteoroloog: berge
Bron: KNMI