Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 17 november 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 16 november 2019 om 23.20 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een complex lagedrukgebied boven Midden-Europa heeft verschillende
kernen. De hoofdkern ligt boven het westen van Frankrijk. Een
randstoring van het laag ligt boven het zuiden van Scandinavie. Hierdoor
is de stroming in het aandachtsgebied zuidwestelijk. Enkele occlusies
bevinden zich tussen deze lagedrukgebieden en blijven tot de nacht naar
maandag vrijwel stationair boven de Noordzee liggen (te herkennen aan
dauwpunten en lage bewolking). We bevinden ons in continentaal polaire
lucht en het weer speelt zich grotendeels af in de grenslaag. Een
volgende randstoring ligt actueel ten westen van Italië, trekt
noordwaarts en trekt zondagmiddag via Duitsland noordwestwaarts. In onze
omgeving komen we dan geleidelijk onder invloed van het bijbehorende
warmtefront dat van het oosten uit nadert maar Nederland (aan de grond)
niet zal bereiken. Het laag en het bijbehorende warmtefront trekken in
de nacht naar maandag via de Duitse Bocht noordwestwaarts weg. Op
maandag overdag bereikt een van de eerder genoemde occlusies het westen
van het land.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien is de uitvoer consistent en bruikbaar. Actueel lijkt
de SC in de Harmonie40 en EC uitvoer het meeste op de waarnemingen. Het
oplossen van de SC gaat minder snel dan in de vorige uitvoer, dit heeft
gevolgen voor de minimumtemperatuur die waarschijnlijk hoger uitkomt dan
eerst gedacht. Maandag overdag ontstaan er verschillen in de positie van
het laag, waardoor er onzekerheid ontstaat in de wind- en
bewolkingsverwachting.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Uitvoer is consistent en bruikbaar met 6-7 Bft in de Duitse Bocht. Met
het noordwaarts trekken van de eerste randstoring neemt deze wind af. In
de nacht naar maandag boven zee en langs de noordwestkust toenemend naar
noord 6-7 Bft. Maandag overdag ontstaat in toenemende mate onzekerheid
over het gebied dat met 6-7 Bft te maken krijgt.

BEWOLKING:
Nabij de occlusies(s) boven het noordwesten van de FIR zo nu en dan ST.
In het westen van de FIR is een enkele TCU op een oude occlusie (top
6000vt/-3°C) niet uitgesloten. Vanaf zondagavond boven de oostelijke
helft bij de tweede randstoring AC/NS/ST. Er is onzekerheid over hoever
westelijk de ST komt, dit hangt af van de positie van het laag.

NEERSLAG:
Komende nacht in het noordwestelijk kustgebied op een oude occlusie
mogelijk wat lichte regen. Ten aanzien van de timing van de neerslag
zondagavond nog slechts kleine verschillen, we gaan er van uit dat het
's avonds vanuit het oosten gaat regenen. Kans op natte sneeuw is erg
klein (FZL > 3000 vt), echter voor de Limburgse heuvels (ca 200 m en
hoger) is dit wel degelijk mogelijk. FZL daalt hier naar ca. 1500 vt en
in de NESO(vooral Hirlam) een signaal voor natte sneeuw, in EC-EPS zien
we 10% kans op een kleine sneeuw-fractie. We noemen de kleine kans op
natte sneeuw. Op de occlusie maandag enkele ondiepe TCU-buien. De totale
neerslaghoeveelheid t/m maandag is aanzienlijk, in alle uitvoer 10-20
mm.

ZICHT:
Vannacht lokaal nevelig, met name in het zuidoosten en oosten enkele
mistbanken (laagste windsnelheid, langst opgeklaard). In de nacht naar
maandag in frontale neerslag mogelijk matige zichten.

TEMPERATUUR:
Temperatuurverwachting is wat onzeker als gevolg van onzekerheid over de
opklaringen. In de nacht naar zondag kan het in opklaringen bij sterke
ontkoppeling wat kouder worden dan in de uitvoer, in het (zuid)oosten
plaatselijk tot ca -3 °C. Kans op gladheid is met name aanwezig in het
uiterste noordoosten (waar neerslag gevallen is). Elders is het wegdek
droog.



Paraaf meteoroloog: huiskamp
Bron: KNMI