Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 12 november 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 11 november 2019 om 05.36 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een occluderend front, behorend bij een Atlantisch lagedrukgebied, ligt
boven de Britse Eilanden en bereikt in de loop van de dag ons
aandachtsgebied. Voorafgaand aan dit front bevindt zich nog een oude
occlusie. Op het westelijke front zijn diverse secundaire laagjes
aanwezig. Vanuit de uitzakkende hoogtetrog ontstaat vanmiddag een
hoogtelaag boven Schotland, die dinsdag stationair boven de Noordzee
komt te liggen. Het frontale systeem (de twee occlusies) passeert
vanmiddag de westkust en trekt noordoostwaarts over het land. In de
frontale trog is er kans op de ontwikkeling van een afgesnoerd laagje.
Achter de frontale zone koelt de bovenlucht flink af (T500= -32°C) en
een kortgolvige hoogtetrog zorgt voor stevige buien achter de frontale
zone. Daarna passeert dinsdagochtend een volgende kortgolvige hoogtetrog
met een nieuwe opleving van de buienactiviteit. Daarbij koelt de
bovenlucht nog iets verder af (T500=-35°C) en volgt dinsdag 18 UTC een
herhaling van zetten door een volgende kortgolvige hoogtetrog met
verhoogde buienactiviteit aan de westkust.

MODELBEOORDELING:
Mist en stratus vanuit Duitsland worden door alle modellen gemist.
Timing van de occlusie van maandag komt in de modellen vrij goed
overeen, verschillen in passage van de frontale trog zijn klein. Wel is
de trog in alle modellen scherper dan hun voorgangers en er wordt nu
zelfs een laagje berekend, waarbij positie in de modellen wel enigszins
verschillen. Alle modellen berekenen ook stevige buien aan de
achterzijde van de trog. Deze buien trekken in alle modellen over het
land (zwaartepunt in de noordwestelijke helft), waarna in Hirlam en EC
de buien zich meer beperken tot zee en de directe kustregio's. De
Harmonies laten deze verder het land optrekken, iets wat gezien de
stroming reëel is. Bij de trog van dinsdagnacht/ochtend tonen alle
modellen weer een opleving van de buiigheid, met name boven het westen.
Ook dinsdag 18 UTC in weer buienopleving met name tegen de westkust.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Voor en achter de het occluderende front van maandag, 6-7 Bft. Achter
het front zien we in de Har40 en Hap1 soms kleine gebiedjes met 8 Bft,
waarschijnlijk als gevolg van de toegenomen onstabiliteit. De Harmonies,
maar ook EC met de scherpere trog, berekenen dan ook van max ca. 41kt
windstoten boven zee en aan de kust. Dit is een reëel scenario.

BEWOLKING:
Hirlam geeft vanochtend vroeg een indicatie voor lage ST in de vroege
ochtend. Dit is het enige model wat dit doet, maar vooralsnog niet op de
juiste plaats. Verder vanochtend op nadering van de occlusie toenemende
gelaagde frontale bewolking met op de eerste occlusie mogelijk stratus.
Na passage (geclusterde) Cb's met toppen tot FL200, later FL240.

NEERSLAG:
Aan het eind van de ochtend van het westen uit perioden met regen op
frontpassage. Na frontpassage buien, soms met onweer en/of hagel (toppen
FL240). CAPE neemt toe naar waarden rond 400-700 J/kg, boven zee.
Effectieve schering veelal 15-20 kn, vooral single cells, mogelijk matig
georganiseerde multicells.

ZICHT:
Goed zicht. Vannacht tijdens opklaringen kans op enkele mistbanken,
verdwijnend in de loop van de nacht met toename van hoge bewolking. In
neerslag matig, lokaal slecht zicht.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden meer: Tn is opgelopen en boven vriespunt uitgekomen



Paraaf meteoroloog: debie
Bron: KNMI