Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 05 november 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 04 november 2019 om 11.32 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een omvangrijk lagedrukgebied boven de Britse Eilanden heeft diverse
afzonderlijke kerntjes. Eén van de secundaire laagjes beweegt
noordwaarts over de zuidelijke Noordzee. In een zuid- tot zuidwestelijke
stroming passeren vandaag twee occlusies ons land. Dinsdag zal het
omvangrijke laag verder naar het zuiden trekken en wordt de stroming
o.i.v. een lagedrukgebied boven de Oostzee noordelijk. In deze stroming
bereikt aan het eind van dinsdagmiddag een occlusie de Wadden en trekt
zuidwaarts gedurende de avond en de nacht naar woensdag over ons land

MODELBEOORDELING:
Gezien de veelheid van lagedrukkernen en de daarbij behorende (restanten
van) occlusies zijn er detailverschillen tussen de diverse modellen. Wat
betreft het secondaire laagje boven de zuidelijke Noordzee zijn er grote
verschillen m.b.t. het windveld. HARM36 laat dit laagje het meest
uitdiepen en laat aan de zuidoostflank ervan zelfs zeer kortstondig een
7 Bft zien. Andere modellen hebben dit laagje veel minder diep of laten
slechts een trog zien met een 5 tot mogelijk 6 Bft.
Bijna alle modellen laten in de nacht naar dinsdag indicaties van mist
zien. Het noordoosten lijkt daarvoor de meeste kans te hebben door de
zwakke wind die hier staat. Dat staat of valt natuurlijk nog wel met de
mate van bewolking, zo geeft H40 nu wel mist dit in tegenstelling tot de
vorige deterministische run. Ook nu berekent Harm_EPS kans op mist in
het (uiterste) noordoosten.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aandachtspunt is de wind bij het mogelijke secundaire laagje boven de
Noordzee, zie modelbeoordeling. Achter de occlusie die dinsdag naar het
zuiden trekt zit een windveld van 6 Bft. Het lijkt erop dat de 6 vooral
beperkt blijft tot de westelijke Noordzee.

BEWOLKING:
Bij de occlusie gelaagde bewolking met kans op stratus, boven zee meer
convectieve frontale bewolking met mogelijk een ingebedde Cb met toppen
van ca. FL180 (CAPE 400-700 J/kg en shear 15 kn)). Later vanmiddag en
begin van de avond enkele opklaringen, in de avond opnieuw gevolgd door
een trog (restanten van een occlusie) met convectieve bewolking. In de
nacht naar dinsdag weer kans op St door occlusierestanten.

NEERSLAG:
Boven de Noordzee enkele geïsoleerde buien. Op de occlusies die zien we
in de modellen regengebieden (in het zuidwestelijk kustgebied buiig). De
neerslag bij de zuidwaarts trekkende occlusie van dinsdagavond lijkt
tenslotte nog het meest actief.

ZICHT:
Voor vannacht zijn de mistkansen het grootst in het (noord)oosten, maar
ook dat zal afhangen van wind en bewolking (zie ook modelbeoordeling).
Verder alleen zichtverminderingen in neerslag.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: debie
Bron: KNMI