Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 30 oktober 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 29 oktober 2019 om 23.53 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied met het centrum tussen IJsland en Schotland heeft een
naar Duitsland. Aan de zuidflank hiervan voert een (noord)oostelijke
stroming polaire lucht aan. Het zwaartepunt van het hoog verplaatst zich
geleidelijk zuidoostwaarts en trekt woensdagmiddag via de Noordzee naar
het oosten van Duitsland. Hierdoor wordt de stroming geleidelijk oost
tot zuidoost. Ook op donderdag bevinden we ons nog onder invloed van dit
hoog, wat dan boven Centraal Europa ligt met een ZO-NW georiënteerde
rug ten noorden van ons land boven de Noordzee.

MODELBEOORDELING:
Het synoptische beeld wordt door de modellen op vrijwel gelijke wijze
beschreven. Aandachtspunten zitten in de grenslaagparameters zoals zicht
en lage bewolking.
De mistkans is aanwezig, maar niet groot. Er blijft net iets meer wind
staan dan afgelopen nacht en bovendien is de aangevoerde lucht ook iets
droger. Lokaal wat grondmist of een enkele mistbank, veel meer dan dat
lijkt het niet te worden. H40, Hirlam en H40-EPS geven met name in het
oosten van het land een verhoogde kans. Voor de nacht naar donderdag is
de kans nog kleiner.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Boven de Noordzee nog een lijntje Cu/TCu als gevolg van convergentie.
Vannacht boven land geen bewolking. Morgen overdag zeer lokaal enkele
kleine Cu. Eventuele mist wordt niet dik genoeg om ST te veroorzaken bij
het optrekken.

NEERSLAG:
Boven het noorden van onze FIR soms een klein buitje op het
convergentielijntje.


ZICHT:
Goed. Komende nacht en woensdagochtend lokaal nevel en een enkele
mistbank.

TEMPERATUUR:
Komende nacht hier en daar lichte vorst, vooral opnieuw in het
noordoosten. Wegdektemperaturen blijven vanwege de bodemwarmte op de
meeste plaatsen boven nul, maar kunnen plaatselijk onder nul komen,
vooral in het noorden waar de minste wind staat. Bruggen en viaducten
maken een dan kleine kans op condensatiegladheid.



Paraaf meteoroloog: berge
Bron: KNMI