Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-10-2019 00:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 28 oktober 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 27 oktober 2019 om 23.28 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven het zuiden van Zweden trekt opvullend
zuidoostwaarts. Een hogedrukgebied ligt vandaag vrijwel stationair ten
zuidwesten van IJsland. Tussen beide druksystemen staat in ons
aandachtsgebied een noordwestelijke stroming waarmee maritiem polaire
lucht wordt aangevoerd. Bij het laag horende occlusierestanten liggen
aanvankelijk nog boven de Duitse Bocht en verlaten het noordoosten van
de FIR spoedig. Een uitloper van het hoog ligt O-W georienteerd boven
Noord-Frankrijk en Belgiƫ en wordt vanmiddag boven het zuiden van ons
land verwacht. In de loop van de ochtend bereikt een W-O georienteerde
trog het noorden en trekt in de middag in betekenis afnemend zuidwaarts.
Het hoog beweegt op dinsdag zuidoostwaarts en het centrum bereikt
dinsdagavond Schotland, de stroming wordt daarmee geleidelijk meer
oostelijk.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de modellen consistent en bruikbaar.
Aandachtspunt is de hoeveelheid bewolking landinwaarts vannacht en de
daarmee samenhangende mistkans. De modellen (met name HIR) maken onder
de inversie vrij veel bewolking aan, meer dan we in werkelijkheid zien.
Door de afnemende wind neemt de verblijftijd boven het relatief warme
zeewater wel toe, dus de tendens is verklaarbaar, het is alleen in
werkelijkheid een minder een pakket met Sc. De van oorsprong cumuliforme
bewolking is landinwaarts grotendeels opgelost en de verwachting is dat
dit ook gebeurt met de aangevoerde Sc vanaf zee. In langdurige
opklaringen kan mist ontstaan, dat zien we in HIR en H40 in het zuiden,
maar kan dus potentieel op meer plaatsen t.o.v. de modeluitvoer. Tweede
aandachtspunt is de scherpte van de trog en tot hoe ver zuidwaarts de
trog vandaag overdag nog neerslag produceert. We houden aan dat de
meeste neerslag in het noorden valt en er enkele in betekenis afnemende
buien in het midden kunnen voorkomen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de noordelijke kustdistricten aan het begin van de nacht nog 6 Bft.
Met het wegtrekken van het laag neemt de wind overal af. Bij buien ook
windstoten, Harmonies geven een goed beeld van wat lokaal maximaal
haalbaar is. In buien vandaag overdag komen de modellen met ca. 20 kn
aan uitschieters.

BEWOLKING:
In de polaire lucht Cu/Sc, bij buien TCu, toppen tot FL080.

NEERSLAG:
In het noorden van het land vannacht kans op een enkele lichte bui van
zee. Overdag soms een bui, met name rond trogpassage. Het noorden en
noordwesten krijgen de meeste buien, het zuidoosten houdt het (zo goed
als) droog. Dit heeft vooral te maken met de mate waarin de convectieve
bewolking het ijskiemniveau weet te bereiken: dichter bij de rugas is
daar geen sprake meer van. Met vrijwel geen CAPE en weinig schering
bevinden de buien zicht in het single cell regime.

ZICHT:
Goed. In neerslag teruglopende zichten. Komende nachten in opklaringen
kans op mistbanken, waarbij de kans in de nacht naar dinsdag iets groter
lijkt, vooral nabij de rug.

TEMPERATUUR:
Harmonies geven vrij veel bewolking en geven mogelijk iets te hoge
minima. Uitgaande van iets meer opklaringen landinwaarts is lokaal vorst
aan de grond mogelijk.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI