Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 28 oktober 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 27 oktober 2019 om 12.04 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied nabij het zuiden van Noorwegen trekt opvullen
zuidoostwaarts. Een hogedrukgebied noordwest van Ierland trekt langzaam
richting IJsland. Tussen beide druksystemen staat in ons aandachtsgebied
een noordwestelijke stroming en wordt er maritiem polaire lucht
aangevoerd. Het golvende polaire front ligt inmiddels ten zuidoosten van
ons land. Bij het laag horende occlusierestanten trekken vanavond en
komende nacht zuidoostwaarts over de Noordzee en richting Duitse Bocht
en het noordelijk kustgebied. Een uitloper van het hoog ligt O-W
georienteerd boven Noord-Frankrijk en België en wordt morgen boven het
zuiden van ons land verwacht. In de loop van de ochtend bereikt een
zwakke trog het noorden van ons land en trekt verder zuidwaarts, daarbij
in betekenis afnemend.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de modellen consistent en bruikbaar. Hirlam geeft
als enige model de eerste uren nog een klein convectief neerslagsignaal
boven het noorden van ons land. Alleen met de radar in de meest
gevoelige stand is af en toe wel iets waar te nemen, maar dit is dus
niet noemenswaardig. Vanavond en komende nacht zien we vooral buien de
Duitse Bocht intrekken, enkele bereiken ook het (uiterste) noorden van
ons land. Morgen rond het middaguur zien we vanuit het noorden enkele
buien ons land bereiken, samenhangend met de passage van de trog. Het
ene model is daar wat enthousiaster mee dan het andere model. Vraag is
hoe zuidelijk deze buien kunnen komen omdat over het zuiden de
hogedrukuitloper aanwezig is. Ook hier weer enige verschillen. In het
algemeen geeft H36 het sterkste neerslagsignaal wat bovendien ook nog
eens het meest zuidelijk komt, EC geeft slechts een licht
neerslagsignaal in de kustgebieden.
Ander aandachtspunt is de hoeveelheid bewolking landinwaarts de komende
nacht en de daarmee samenhangende mistkans. De modellen maken onder de
inversie vrij veel bewolking aan. Voor de kustgebieden (warm zeewater)
kan dit nog wel, verder landinwaarts lijkt me het teveel. Hirlam heeft
iets meer opklaringen dan andere modellen en geeft een mistsignaal boven
het oosten van het land.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Actueel 5-6 Bft langs de kust en op het IJsselmeer. Met het naderbij
komen van het "Faeröerlaag" neemt de wind op de noordelijke en
oostelijke Noordzee weer toe naar 7, zeer lokaal mogelijk even 8 Bft.
Met het wegtrekken van het laag neemt de wind overal af. In buien bij de
occlusierestanten op zondagavond geeft H36 nog zware windstoten boven de
Duitse Bocht, H40 en andere modellen zijn beduidend rustiger.

BEWOLKING:
Boven het zuidoosten nog hoge en middelbare bewolking van het
wegtrekkende front. Verder in de polaire lucht Cu/Sc vanavond en morgen
en in buien enkele TCu's. Zondagavond in het noorden van de FIR mogelijk
ook enkele Cb's met toppen tot ca. FL230.

NEERSLAG:
Droog. In de loop van zondagmiddag en -avond nemen de CAPE-waarden in
het uiterste noorden van het aandachtsgebied toe naar 400-700 J/kg, bij
deze buien is dan ook onweer en korrelhagel (FZL gaat daar naar 4000 vt)
mogelijk. In het noorden van het land vanavond en vannacht kans op een
enkele lichte bui die van zee binnenkomt. Morgen soms een bui, met name
rond trogpassage. Het noorden en noordwesten krijgt de meeste buien, het
zuidoosten houdt het (zo goed als) droog.

ZICHT:
Goed. In neerslag teruglopende zichten. Komende nacht met name nabij de
rugas in opklaringen kans op mist(banken).

TEMPERATUUR:
Harmonies geven vrij veel bewolking en geven mogelijk iets te hoge
minima. Uitgaande van iets meer opklaringen landinwaarts lijkt me lokaal
vorst aan de grond mogelijk.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI