Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op woensdag 16 oktober 2019 om 04.44 uur

Geldig van vrijdag 18 oktober tot woensdag 30 oktober

Synoptische ontwikkeling:
Een hoogtelaag ligt vrijdag boven Ierland en veroorzaakt in eerste
instantie een wisselvallig weerbeeld. Dit hoogtelaag trekt langzaam
zuid- tot zuidoostwaarts en komt begin volgende week boven het westelijk
deel van het Middellandse Zeegebied te liggen. Aan weerszijden zien we
dan krachtige hoogteruggen boven de oostelijke Atlantische Oceaan en het
(verre) oosten van Europa, die boven onze omgeving verbinding lijken te
zoeken. In de loop van volgende week breidt een noordelijke tak van de
straalstroom zich geleidelijk naar de Noordzee uit, waarbij er in deze
straalstroom steeds meer golfvorming optreedt. Aan het einde van de
maand vertaalt zich dat naar verschillende scenario's met als gemene
deler een sterk meanderend stromingspatroon maar grote verschillen in
waar de verschillende hoogtetroggen -en ruggen komen te liggen.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
De eerste dagen is het nog wisselvallig met grote neerslagkansen op
vrijdag en zaterdag. Volgende week komen we in rustig vaarwater terecht
en dat zien we terug in een signaal voor mist(banken) van maandag 21 tot
en met donderdag 24 oktober. Ook neemt de dagelijkse kans op neerslag af
naar zo'n 20-40% en ziet vooral de eerste helft van volgende week er wat
minder zonniger uit. De temperaturen liggen het grootste deel van de
periode waarschijnlijk rond normaal, aan het einde van de periode wordt
het aantal oplossingen dat aan de koude kant is groter: zo'n 60-70%. Er
komen dan ook steeds meer oplossingen met een noordoostcomponent in de
wind.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Vrijdag en zaterdag nog veel bewolking en perioden met regen, vanaf
zondag kleinere neerslagkansen en iets meer zon. Middagtemperaturen rond
normaal voor de tijd van het jaar.

Samenvatting EPS-periode:
Grote kans op een rustig weertype met dagelijks 20-40% kans op regen.
Temperaturen eerst waarschijnlijk rond normaal, aan het einde van de
periode een toenemende kans (60-70%) op temperaturen aan de lage kant
voor de tijd van het jaar.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI