Guidance modelbeoordeling voor Nederland

08-10-2019 23:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 09 oktober 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 08 oktober 2019 om 23.54 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied tussen IJsland en Schotland beweegt slechts langzaam
oostwaarts, bereikt de Faeröer eilanden in de nacht naar donderdag en
trekt donderdag overdag langzaam noordoostwaarts. Met een zuidwestelijke
stroming wordt maritiem polaire lucht aangevoerd. Een NO-ZW
georiënteerde trog (in de bovenlucht kort gevolgd door een kortgolvige
hoogtetrog) verlaat spoedig het uiterste (noord)oosten van de FIR. Een
hoogtetrog ten zuiden van Ierland beweegt oostwaarts en passeert
vanmiddag, vanavond en in de nacht naar donderdag als grootschalige
hoogtetrog onze omgeving van west naar oost. De T500 hPa zakt vanavond
naar -26°C. Ook in het grondpatroon zien we dan een sterk cyclonaal
gekromd patroon. Vanaf donderdagochtend wordt het stromingspatroon op
hoogte anticyclonaal, in de loop van de middag gebeurt dit ook aan de
grond, alvorens de stroming weer cyclonaal wordt op nadering van een
warmtefront dat aan het begin van de avond het zuidwesten van de FIR zal
bereiken. Dit warmtefront behoort bij een frontaal systeem dat zich nu
nog boven de Atlantische Oceaan bevindt.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de verschillen tussen de modellen klein en in
grote lijnen komen ook de neerslagpatronen overeen. Zoals gebruikelijk
laten de beide Harmonies de felste buien zien met de daarbij behorende
(zware) windstoten. Wel zien we verschillen in de vorming van
turbulentiestratus in de loop van de nacht en ochtend en opnieuw in de
nacht naar donderdag en donderdagochtend. H36 en HIR komen met een sterk
signaal in het midden, zuiden en oosten, EC en H40 hebben nauwelijks
iets maar laten wel een vochtige laag zien onderin de profielen. We
houden het voorlopig op een kans in de zuidoostelijke helft, m.u.v. het
uiterste zuidoosten (gunstige windrichting).

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Nabij de trog seinen voor 6-7 Bft en bij buien boven zee en aan de kust
kans op windstoten tot 35-40 kn. Na trogpassage in de kustdistricten de
gehele nacht nog seinen voor 6 Bft. Vandaag overdag meest 5 Bft, al
laten de modellen vlak langs de kust van tijd tot tijd een 6 Bft zien,
hetgeen voornamelijk samenhangt met de buien die steeds op de kust
ontstaan (kustconvergentie). Vanaf de middag bij buien boven zee kans op
windstoten tot 40 kn, landinwaarts 30, mogelijk 35 kn. Vanaf de nacht
naar donderdag zien we de 6 Bft weer structureel terugkomen in de
kustdistricten met in de Harmonies met name bij buien weer even tippend
aan 7 Bft.

BEWOLKING:
Actueel bij de trog geclusterde Cb's met hogere toppen, FL200-250,
hoogste toppen in het noorden. Ook vannacht nog enkele geïsoleerde Cb's
met toppen tot ca. FL150. Vandaag overdag in de ochtend nog enkele
opklaringen, maar van het zuidwesten uit vrij snel toenemende bewolking.
Met de geleidelijk kouder wordende bovenlucht veelal convectief van aard
maar ook velden met middelbare en hoge bewolking. De
onstabiliteitsdiepte gaat geleidelijk omhoog naar FL250-300. Pas
donderdagochtend zien we de onstabiliteitsdiepte sterk afnemen en
donderdagmiddag blijven er alleen nog TCU's over met toppen tot rond
FL100. Tegelijkertijd zien we dan al wel de frontale (hogere) bewolking
binnenkomen op nadering van en bij het warmtefront, inzaaiing behoort
dan dus ook tot de mogelijkheden.

NEERSLAG:
Bij trog eerst nog actieve buien met daarbij ook kans op onweer.
Convectie modus bij CAPE van 500-1000 J/kg, schering van ca. 30 knopen
waarschijnlijk enkele multicells. Ook vannacht een enkele geïsoleerde
bui, CAPE dan 70-100 J/kg. In de loop van de ochtend activerende buien,
naast de kouder wordende bovenluchten en de cyclonale kromming gaat ook
kustconvergentie een duidelijke rol spelen. Alle modellen laten een
clustering van buien zien langs de westkust maar de buien hebben ook
weinig moeite om in de middag en avond het land op te komen, naast de
passage van de koudste bovenluchten speelt dagelijkse gang hierbij ook
een rol. CAPE-waarden liggen in het kustgebied in de ordegrootte 400-700
J/kg. Met een effectieve schering van 20-30 kn is de convectiemodus
veelal multicell, in het kustgebied vaak geclusterd. Bij de buien is ook
onweer mogelijk. Langs de kust zijn neerslagsommen mogelijk van 10-20
mm, lokaal mogelijk meer. Donderdag van het westen uit geleidelijk
afnemende buienactiviteit. De eerste frontale neerslag bij het
warmtefront zal pas in de loop van de avond het westen bereiken, HIR is
zoals altijd het snelst.

ZICHT:
In de polaire lucht buiten de buien om goede zichtcondities, al
insinueert H40 dat de zichten onder de turbulentiestratus in de
zuidoostelijke helft in de loop van de nacht en vroege ochtend ook nog
wat zouden kunnen teruglopen, hetgeen niet geheel uit te sluiten is.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI