Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-10-2019 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 05 oktober 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 04 oktober 2019 om 01.48 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied ten noordwesten van Ierland (restant van Lorenzo)
trekt gedurende de dag al opvullend naar het zuiden van Engeland. Ten
zuidoosten van dit systeem is een frontale zone ontstaan. In de frontale
band zien we later vannacht boven Midden-Engeland een aparte
lagedrukkern tot ontwikkeling komen die overdag via de zuidelijke
Noordzee en het midden van ons land oostwaarts beweegt. De NW-ZO
georiënteerde frontale zone bereikt aan het einde van de nacht het
zuidwesten en ligt vervolgens vrijwel de gehele dag boven ons land.
Hierbij wordt de oriëntatie geleidelijk west-oost. Ten noorden van
laag/vore blijft overdag met een oostelijke stroming de polaire lucht
aanwezig, ten zuiden van het laag is de wind westelijk en wordt er
tijdelijk zachtere lucht aangevoerd. Vanavond trekt het laag naar
Duitsland. De stroming wordt overal noordoostelijk. De frontale zone
wordt naar het zuiden weggeduwd waardoor ook het zuiden van het land
weer in de polaire lucht terecht komt. In de loop van zaterdag
ontwikkelt zich een rug boven ons land. Aan de zuidflank hiervan loopt
in de nacht naar zaterdag echter vanuit het Skagerak nog een zwakke trog
zuidwestwaarts over het noordelijk deel van de FIR.

MODELBEOORDELING:
De modellen zijn behoorlijk eensgezind over de koers van het laag.
Alleen Ha36 komt een fractie zuidelijker uit dan de overige modellen.
Qua neerslag zien we de gebruikelijke verschillen, waarbij EC en met
name Hirlam de voorste frontale neerslag iets sneller naar het
noordoosten laten lopen. De hoogste neerslagsommen tussen vrijdag 00 UTC
en zaterdag 00 UTC lijken weggelegd voor de zuidelijke helft, waarbij de
convectieve component in Harmonie lokaal 20-30 mm oplevert in het
zuidwesten en zuiden. Alle modellen laten deze convectieve component in
de neerslag zien ten zuiden van de occlusieband.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de nacht en ochtend zien we aan de voorzijde van het laag in de
westelijke kustdistricten en op het IJsselmeer seinen voor 6 Bft uit een
zuidoostelijke richting. Na passage van de frontale zone in het
zuidwestelijk kustgebied aan de zuidzijde van het laag nog een 6 Bft uit
een westelijke richting. Vanmiddag verdwijnen de seinen.

BEWOLKING:
In de loop van de nacht wordt de frontale bewolking geleidelijk dikker
maar de eerste stratus zien we pas vanochtend vroeg in het zuidwesten.
Wellicht ontstaat deze echter wat eerder dan de modellen laten zien, we
zien dat vaker bij frontale neerslag. Met name nabij het laag zien we
ook veel stratus, lokaal ook beneden de 500 vt. Enerzijds komt dit door
doorvallende neerslag, anderzijds ook door convergentie van vochtige
lucht. In het noordelijk deel van de FIR op de Noordzee blijven enkele
Cb's waarschijnlijk. Ten zuiden van het laag wordt de lucht onderin
onstabiel en is ook hier een enkele Cb niet uit te sluiten, toppen tot
ca. FL120. In de loop van de avond beweegt de frontale bewolking
geleidelijk naar het zuiden weg terwijl de opklaringen boven het noorden
zich zuidwaarts uitbreiden. In Zuid-Limburg is dan nog geruime tijd
stratus aanwezig. Ander aandachtspunt is advectieve ST uit Duitsland en
turbulentie ST zaterdagochtend.

NEERSLAG:
In de noordelijke helft van de FIR boven de Noordzee blijft de kans op
een enkele bui bestaan, ook overdag. Mogelijk dat geleidelijk ook
inzaaiing door frontale bewolking hierbij een rol kan spelen. In de loop
van de nacht van het zuidwesten uit frontale regen op nadering van de
frontale zone. Overdag ook geruime tijd regen of motregen, noord van de
frontale voornamelijk door opglijding. Aan de zuidzijde van het laag
wordt de neerslag vanmiddag ook buiig van karakter, bij beperkte
CAPE-waarden van 70-100 J/kg. De neerslaghoeveelheden liggen vrijdag in
de ordegrootte van 5-15 mm. De frontale neerslag verlaat het uiterste
zuidoosten pas aan het begin van de nacht naar zaterdag.

ZICHT:
In de polaire lucht buiten de buien om goede zichten. In de frontale
neerslag matige, mogelijke slechte zichtcondities, vooral nabij de
lagedrukkern. In de nacht naar zaterdag zijn evt. mist(banken) een
aandachtspunt.

TEMPERATUUR:
Vrijdag noord van het laag in de frontale neerslag niet warmer dan 10 a
11°C, in het zuiden wellicht nog 15°C.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI