Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-09-2019 10:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 29 september 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 28 september 2019 om 11.21 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven het noorden van de Noordzee trekt langzaam
oostwaarts en ligt morgenochtend boven het zuiden van Zweden. Rond dit
laag zijn diverse occlusierestanten (in de vorm van buienlijnen)
aanwezig die over de Noordzee en onze omgeving trekken. Vanavond en
komende nacht ligt zo'n buienlijn vrij langdurig boven het noorden van
het land.
Een volgend lagedrukgebied komt over de Atlantische Oceaan naderbij. Dit
laag bereikt komende nacht Ierland en trekt overdag over Engeland
oostwaarts de Noordzee op. Zondagavond ligt het laag boven de Duitse
Bocht, in de nacht naar maandag boven Sleeswijk-Holstein. Het
bijbehorende warmtefront passeert komende nacht ons aandachtsgebied en
wordt morgenmiddag gevolgd door het koufront. In de nacht naar maandag
volgt dan de (ingedraaide) occlusie. Tot aan passage van de occlusie is
er sprake van relatief vochtige en warme lucht (valse warme sector),
daarna wordt polaire lucht aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
De aandachtspunten liggen de komende periode met name op het vlak van
neerslag en wind. Modellen laten geen al te grote verschillen zien.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Conform modellen, seinen voor 7 Bft in de kustdistricten. Aandachtspunt
is de kans op (zware) windstoten rond 75 km/uur in het Waddengebied
vanmiddag en vanavond. De diverse Harmonieversies geven een duidelijke
indicatie, overige modellen in mindere mate. De windstoten komen vooral
voor nabij de buienlijn die later vandaag het noorden bereikt.
Morgen overdag zien we in de modellen met name langs de westkust zware
windstoten voorkomen, maar door de sterk gekrompen richting naar zuid
komen deze niet verder het land op.

BEWOLKING:
Cu en Sc bewolking en geleidelijk aan steeds meer Cb's boven land.
Verder ook Cb's bij de buienlijnen. De koudste bovenlucht bevindt zich
boven het noorden van onze FIR met tophoogtes van ca. FL300. Boven het
zuiden van het land liggen de toppen met ca. FL100-FL150 beduidend
lager.
Zondag op passage van warmte- en koufront voornamelijk stratiforme
bewolking; Sc en vooral bij het warmtefront ook St. Vanaf het einde van
de middag wordt het verticale profiel geleidelijk onstabieler wegens
kouder wordende bovenlucht. In de nacht naar maandag passeert de
occlusie met daarbij opnieuw St-kansen. Na passage ervan verbeterende
wolkencondities.

NEERSLAG:
Er is sprake van een multicell regime met ca. 400 J/kg CAPE en 20-30 kn
schering. Boven het noorden van het FIR gebied 700 J/kg CAPE wat kan
leiden tot iets beter georganiseerde multicells. Vooral in het noorden
van het land en boven de Noordzee onweerskansen. KOUW komt met kansen
van rond de 60% in het noorden. Zondag vooral stratiforme neerslag die
gezien de volledig verzadigde verticale kolom van tijd tot tijd
behoorlijk intensief kan zijn. Vanaf het einde van de middag krijgt de
neerslag geleidelijk een steeds meer buiig karakter en kan er onweer
voorkomen, kansen liggen dan tussen de 40 en 60%. Neerslaghoeveelheden
kunnen in het noorden dan die dag oplopen tot zo'n 30-40 mm.

ZICHT:
Buiten neerslag om in de polaire lucht goede zichtcondities. Zondag
warmere en vochtigere lucht waardoor zichtwaarden wat teruglopen.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI