Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 29 september 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 28 september 2019 om 05.55 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven het noorden van de Noordzee trekt langzaam
oostwaarts en komt in de nacht naar zondag boven het zuiden van Zweden
te liggen. Een bijbehorende occlusie die kenmerken heeft van een
cold-air development ligt momenteel boven het zuidoosten van het land en
blijft daar slepen wegens een golf in de occlusie die te koppelen is aan
een scherpe trog//kleinschalig laag dat zaterdag overdag aan de
zuidzijde van het grootschalige laag oostwaarts over de Noordzee trekt.
De occlusie wordt daardoor zaterdagmiddag weer opgetild, trekt dan
noordoostwaarts over het land en blijft daar vervolgens in activiteit
afnemend tot zondagochtend liggen.
Zondag nadert er een volgend actief lagedrukgebied dat
zondagmiddag/avond boven het midden van de Noordzee komt te liggen. Het
warmtefront passeert in de nacht naar zondag en wordt in de middag
gevolgd door het koufront. In de avond volgt dan de (ingedraaide)
occlusie. Tot aan passage van de occlusie is er sprake van relatief
vochtige en warme lucht (valse warme sector).

MODELBEOORDELING:
De aandachtspunten liggen de komende periode met name op het vlak van
neerslag en wind. Modellen zijn onderling behoorlijk consistent.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Conform modellen, seinen voor 7 Bft in de kustdistricten. Aandachtspunt
is de kans op (zware) windstoten rond 75 km/uur in het Waddengebied
vanmiddag en vanavond. De diverse Harmonieversies geven een duidelijke
indicatie, overige modellen in mindere mate. Ook zondag overdag zijn
zware windstoten mogelijk in het noordwestelijk kustgebied.

BEWOLKING:
Bij de occlusie en ten westen daarvan momenteel CB's met toppen tot ca.
FL150, tevens SC bewolking. Ook overdag CB's, zeker op passage van de
occlusie. De koudste bovenlucht bevindt zich boven het noorden van onze
FIR met tophoogtes van ca. FL300. Boven het zuiden van het land liggen
de toppen met ca. FL100-FL150 beduidend lager, daar warmt de bovenlucht
geleidelijk op wegens een naderende hoogterug.
Zondag op passage van warmte- en koufront voornamelijk stratiforme
bewolking; SC en vooral bij het warmtefront ook ST. Vanaf het einde van
de middag wordt het verticale profiel geleidelijk onstabieler wegens
koudere bovenlucht die te koppelen valt aan enkele kortgolvige
hoogtetroggen waardoor vanaf dat momente ook CB's mogelijk zijn met
toppen van ca. FL300.

NEERSLAG:
Bij en ten westen van de occlusie buien. Er is sprake van een multicell
regime met ca. 400 J/kg CAPE en 20-30 kn schering. Zaterdag overdag
boven het noorden van het FIR gebied 700 J/kg CAPE wat kan leiden tot
iets beter georganiseerde multicells. Vooral in het noorden van het land
en boven de Noordzee onweerskansen. Zondag vooral stratiforme neerslag
die gezien de volledig verzadigde verticale kolom van tijd tot tijd
behoorlijk intensief kan zijn. Vanaf het einde van de middag krijgt de
neerslag geleidelijk een steeds meer buiig karakter en kan er onweer
voorkomen. Neerslaghoeveelheden kunnen die dag oplopen tot zo'n 20-30
mm.

ZICHT:
Buiten neerslag om in de polaire lucht goede zichtcondities. Zondag
warmere en vochtigere lucht waardoor zichtwaarden wat teruglopen.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI