Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 18 januari 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 17 januari 2016 om 05.15 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een noordwestelijke stroming voert maritiem polaire lucht aan.Een trog
welke Boven het noorden van het land trekt zuidoostwaarts naar
Duitsland. De trog wordt in de bovenlucht versterkt door een 500 hPa
trog a.g.v. PVA. In de loop van de nacht en morgenochtend vlakt de trog
af wegens drukopbouw ten westen van ons land. Hierdoor trekt een rug
oostwaarts en ligt zondagmiddag boven het land hetgeen zorgt voor
stabilisatie.

MODELBEOORDELING:
We hebben in deze stroming te maken met karakteristieke meso-schaal
structuren. Ondanks het feit dat de modellen in het algemeen goed
presteren, blijken deze fenomenen erg lastig te beschrijven. Het
algemene synoptische beeld zoals hierboven beschreven wordt tamelijk
goed opgepakt. Timing van de daar ingebedde kleinschalige buienlijntjes
en troggetjes is allemaal een kwestie van nowcasten. Harmonie heeft de
periode waarin buien kunnen vallen een aantal uren verlengd ten opzichte
van de overige modellen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Nog enige tijd 6 Bft aan de kust en boven zee. Neemt door de opbouw van
de rug geleidelijk af. Modellen zijn tamelijk eenduidig maar allemaal
wel te snel met de afname. Hirlam kan worden aangehouden, rekening
hoedend met voorstaand.

BEWOLKING:
In de polaire lucht cumuliform beeld. Aangezien de trog ook een
baroclien karakter lijkt te hebben kan de bewolking ook even gelaagd
worden, vooral op SC niveau. In langduriger sneeuwval kan er ook ST
optreden (of gemeld worden). Toppen van de Cb's tot FL150, de gelaagde
bewolking lijkt toppen te hebben tot ca. FL100.

NEERSLAG:
We zien vooral sneeuw. Het zwaartepunt van de neerslag ligt op het
noorden , noordoosten en oosten van het land. Daar kan lokaal tot 3-5 cm
vallen, doch kunnen hoeveelheden over korte afstanden sterk variëren
door het convectieve karakter. Het meeste lijkt te zijn weggelegd voor
het noorden en noordoosten. In het noordoosten (Groningen) ligt op
sommige plekken al ca. 10 cm, dit kan zeer lokaal oplopen tot 15-20 cm.

ZICHT:
10+ km. In winterse buien 1500-5000 m, in matige neerslag minder dan
1500 m.

TEMPERATUUR:
In de vroege ochtend, uitgezonderd de kuststrook, lichte vorst. De
wegdektemperaturen zitten op veel plaatsen onder nul en geven aanleiding
tot bevriezing. Dit kan aanhouden tot ver in de ochtend. Overdag enkele
graden boven nul, de aangevoerde lucht achter de trog is nog iets
kouder.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI