Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 20 september 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 19 september 2019 om 05.14 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de oostflank van een hogedrukgebied boven Engeland staat een
noordelijke stroming die polaire lucht aanvoert. De stroming wordt
geleidelijk meer anticyclonaal als gevolg van het uitbreiden van een rug
in onze richting en het oostwaarts trekken van het hoog. Aan de
noordflank van het hoog trekt een zwakke warmtefront-afloper
(zuid)oostwaarts over (het westen van) de Noordzee, maar hoe ver het
grondfront het land in komt is de vraag. Hirlam vochtvelden en
dauwpunten suggereren dat het grondfront alleen het westen en (uiterste)
noorden van het land bereikt in de loop van de middag. Bovendien lost
het front op onder invloed van de hogedrukopbouw. Tocht lijken de
restanten vrijdag overdag nog boven het (uiterste) noordwesten te
liggen, kijkend naar de gradient dauwpunt en de vochtvelden. Het
hogedrukgebied trekt overdag via de Zuidelijke Noordzee richting onze
omgeving en komt in de nacht naar vrijdag boven ons land te liggen.
Vrijdagochtend trekt het hoog verder oostwaarts naar Duitsland en wordt
er met een aflandige stroming warmere en ook geleidelijk drogere lucht
aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn er weinig bijzonderheden. HIR heeft voortdurend
nog een licht neerslagsignaal vanwege de ondiepe convectie en bij de
dikkere SC. De andere modellen hebben dit niet of nauwelijks maar lokaal
valt er wel wat (zeer) lichte regen. Ook op de warmtefront-afloper komt
vooral Hirlam overdag met wat lichte coalescentieneerslag, overige
modellen zijn vrijwel droog. Mogelijk verdampt Hirlam te weinig en
gezien de progtemps kan het niet veel voorstellen. Qua bewolking zien we
in alle modellen wel een signaal voor lagere wolkenbasis en zelfs
stratus bij/achter het grondwarmtefront, hetgeen realistisch lijkt
gezien de dauwpunten.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
-

BEWOLKING:
In de polaire lucht aanvoer van Cu/Sc, in en ten zuiden van de rug deels
oplossend. Op de warmtefront-afloper een dikkere laag SC met toppen rond
FL080, op de (noord)westelijke Noordzee ook signalen voor ST. In de
nacht naar vrijdag waarschijnlijk vooral in het noorden en noordwesten
SC-velden. Vrijdag met een oostelijke stroming geleidelijk wegtrekkende
bewolking, mogelijk in het noorden nog SC.

NEERSLAG:
In de polaire lucht enkele lichte regenbuien. Op de frontale afloper
mogelijk wat lichte regen, in de middag afnemend.

ZICHT:
In de nacht naar vrijdag in opklaringsgebieden grotere mistkansen (geen
wind, meer opklaringen en iets vochtigere lucht). Door gebrek aan wind
lijkt de verticale ontwikkeling echter beperkt te blijven.

TEMPERATUUR:
In de nachten in de heldere polaire lucht landinwaarts waarschijnlijk
opnieuw kouder dan in de modellen; lokaal 3-5 graden met kans op vorst
aan de grond.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI