Guidance modelbeoordeling voor Nederland

09-09-2019 15:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 10 september 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 09 september 2019 om 15.16 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag ten zuiden van Groot-Brittannië trekt zuidwaarts en bereikt
morgenmiddag het zuiden van Frankrijk. Een tweede laag boven het
zuidwesten van Polen trekt de komende 48u verder uitdiepend noordwaarts
en bereikt morgenmiddag het zuidoosten van Zweden. Tussen beide laagjes
in bevindt onze FIR zich in een relatieve rug met daarin een polaire
luchtsoort, waarbij de zwakke overheersende stroming zuidwestelijk is.
Frontale zones behorend bij beide laagjes blijven gedurende de periode
buiten onze FIR. Restanten van een zwak warmtefront (getekend als
gestippeld warmtefront boven Engeland) kunnen het westen van de FIR
vanavond en morgenochtend bereiken. Op de noordelijke Noordzee bevindt
zich in de bovenlucht een bel met koudere lucht die vanavond en komende
nacht overgaat in een hoogtetrog. Een bijbehorende zwakke NW-ZO
georiënteerde en slepende occlusie met enkele buien ligt boven het
noorden van de FIR. Een tweede zwakke occlusie ligt boven de westelijke
Noordzee en trekt morgen in de middag oostwaarts over de noordelijke
helft. In de loop van morgenavond en in de nacht naar woensdag wordt de
stroming geleidelijk cyclonaal op nadering van een volgende frontale
storing die vanaf de Atlantische Oceaan oostwaarts trekt en aan het
einde van de nacht naar woensdag het westen bereikt.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt zijn de buien bij de occlusie/hoogtelaag, waarbij het
hoogtelaag het noorden van de FIR vanavond verlaat en
onstabiliteitsdiepte en daarmee de buienactiviteit langzaam moet
afnemen, voorlopig houden we de kans op een enkele bui aan. Verder zien
we actueel nog een buiencluster/occlusie boven de westelijke Noordzee,
die eigenlijk alleen in Hirlam (in EC in beperkte mate) enigszins wordt
beschreven, ditzelfde cluster krijg in Hirlam komende nacht een klein
laagje wat morgen ten noordwesten van de Wadden oostwaarts trekt, met
aan de zuidkant hiervan verhoogde buienactiviteit. De Harmonies laten
morgen boven het noordwesten de buien in de loop van de ochtend weer
opleven. Voorlopig gaan we uit van een aanhoudende buienkans in de
westelijke en later noordelijke kustgebieden, in de kaarten wordt de
activiteit bij het buiencluster dus als occlusie getekend. Een ander
aandachtspunt is de kans op (grond)mist, die vooral in H36 wordt
beschreven. Gezien de progtemps is de kans op ondiepe mistbanken voor
het midden en oosten van het land aannemelijk, nemen we over in de
verwachtingen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de nacht naar woensdag in het noord(west)en van de FIR op nadering
van de frontale zone een 6 Bft, aan het einde van de nacht mogelijk 7
Bft.

BEWOLKING:
Overwegend ondiepe Cu, boven het westen van de FIR ook Sc. Bij de
occlusie en bij het buiencluster op de westelijke Noordzee zowel vandaag
als morgen enkele ondiepe TCu/Cb's, toppen rond FL150, geleidelijk
afnemend naar FL100-120. Nabij het zwakke warmtefront en in de nacht
naar woensdag bij de frontale zone toenemende Sc/Ac.


NEERSLAG:
Zie ook modelbeoordeling. De buien van vandaag en morgen komen voor in
een regime met maximaal 200-400 J/Kg MUcape en vrijwel geen schering,
convectieve-modus dus single cell. Nabij het Atlantische front in de
nacht naar woensdag boven het westen van de FIR stratiforme neerslag.

ZICHT:
Overwegen goede zichten. In een bui matig zicht. Komende nacht mogelijk
matig zicht in enkele mistbanken, meest ondiep en met name in het midden
en oosten van het land. Morgenochtend lossen de mistbanken spoedig op.

TEMPERATUUR:
Dagelijkse gang wordt het beste weergegeven in de Harmonie uitvoer.
Komende nacht minima tot plaatselijk een graad of 4. Vorst aan de grond
behoort zeer lokaal tot de mogelijkheden.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI