Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 10 september 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 09 september 2019 om 11.13 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Vandaag en morgen (dinsdag) bevinden we ons min of meer in een
zadelgebied waarbij de zwakke overheersende stroming (zuid)westelijk is.
Een trog met een frontaal systeem boven Groot-Brittannië trekt naar
Zuidwest-Europa terwijl een retrograad laag boven Duitsland noordwaarts
richting Zweden beweegt. Beide systemen blijven gedurende deze periode
buiten onze FIR, al zou een zwak warmtefront dat zich nog ten oosten van
de Engelse frontale zone bevindt, nog het westen van onze FIR aan kunnen
doen morgen in de loop van de dag. Ten noorden van de Wadden bevindt
zich in de bovenlucht een bel met koudere lucht die vandaag geleidelijk
naar de Noordelijke Noordzee trekt en overgaat in een hoogtetrog. Een
zwakke NW-ZO georiënteerde occlusie met enkele buien ligt daarbij boven
het westen van het land en het noorden van de FIR, trekt eveneens
langzaam noordwaarts en blijft vannacht en morgen slepen boven het
noorden, noordoosten en de Duitse Bocht. Aan de grond bevindt zich een
rug boven onze omgeving, pas in de loop van morgenavond wordt de
stroming geleidelijk cyclonaal op nadering van een volgende frontale
storing die vanaf de Atlantische Oceaan richting Groot-Brittannië
trekt.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt zijn de buien bij de occlusie en het hoogtelaag, waarbij
het hoogtelaag in de loop van de dag de FIR verlaat terwijl de occlusie
langzamer noordoostwaarts trekt en daarbij in activiteit afneemt. De
modellen laten de buienactiviteit en de onstabiliteitsdiepte bij de
occlusie dan ook geleidelijk afnemen in de loop van de dag. HIR en EC
laten de neerslag bij het zwakke warmtefront boven Engeland en Het
Kanaal oplossen boven het uiterste (zuid)westen van de FIR, beide
Harmonies hebben deze neerslag niet, maar laten deze vannacht en
morgenochtend weer opleven boven het noord(oost)en van het land, waarbij
het waarschijnlijk zal gaan om een combinatie van warmteadvectie en
occlusierestanten. De Harmonies laten hierbij weer een oplevende
buienactiviteit zien. Voorlopig gaan we uit van een aanhoudende
buienkans in de westelijke en later noordelijke kustgebieden. Een ander
aandachtspunt is de kans op (grond)mist, die afgelopen nacht wat te
zwaar werd aangezet in de modellen maar ook voor komende nacht weer
aannemelijk is landinwaarts, zij het duidelijk minder uitgebreid en dik.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Bij de occlusie blijven enkele CB's voorkomen boven zee en in de
kustgebieden, toppen eerst nog FL200. De onstabiliteitsdiepte neemt
geleidelijk af naar rond FL100. Verder zowel vandaag als morgen vorming
van Cu en ook een enkele TCu. Verder wat middelbare en mogelijk hoge
bewolking nabij het zwakke warmtefront, vandaag in het westen, vannacht
en morgen mogelijk in het noord(west)en.

NEERSLAG:
Bij de occlusie komen enkele buien voor, in een regime van maximaal
200-400 J/Kg MUcape en vrijwel geen schering. Verder is er zowel vandaag
als morgen op een enkele plek nog een lichte bui mogelijk. Op de meeste
plaatsen blijft het echter droog. In het uiterste (zuid)westen van de
FIR vandaag mogelijk wat lichte regen bij het zwakke warmtefront,
vannacht en morgen mogelijk in het noord(west)en als de restanten verder
doorschuiven en in de nabijheid van de occlusie.

ZICHT:
Vannacht enkele mistbanken, meest ondiep. In het oosten zijn ze wat
dieper. De mistbanken zullen morgenochtend spoedig oplossen.

TEMPERATUUR:
Dagelijkse gang wordt het beste weergegeven in de Harmonie uitvoer, maar
lokaal kan deze nog wat groter zijn dan in deze uitvoer, komende nacht
minima tot plaatselijk een graad of 4. Vorst aan de grond behoort dan
tot de mogelijkheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI