Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-09-2019 22:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 05 september 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 04 september 2019 om 23.18 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag boven het zuiden van Noorwegen trekt noordwaarts. Een secundair
laag met daaromheen een ingedraaide occlusie (vooral convectief,
geanalyseerd als enkele troggen) ligt momenteel boven het midden van de
Noordzee en trekt in de nacht en vroege ochtend ruim ten noorden van het
Waddengebied langs. Na passage wordt de stroming noordwestelijk. Een
hoogtetrog boven de Noordzee trekt eveneens oostwaarts. Een rug breidt
zich vervolgens vanuit het Azorenhoog uit tot boven Duitsland, de rugas
ligt ten zuiden van onze omgeving. In de nacht naar vrijdag passeert een
zwakke occlusie het noorden van het land. Vrijdag verplaatst de rugas
zich wat verder zuidwaarts waarna in de avond een volgende, actievere
occlusie het westen van het land bereikt.

MODELBEOORDELING:
Er zijn praktisch geen verschillen meer aanwezig tussen de modellen met
betrekking tot de positie en trekrichting van het secundaire laag.
De komende periode zijn wind en buien de belangrijkste aandachtspunten.
Behoudens kleine detailverschillen zijn de berekeningen echter redelijk
eensluidend.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Wegens passage van het secundaire laag deze nacht langs de kust seinen 7
Bft, noordelijker op de Noordzee 8 Bft. Uitschieters daarbij doen zich
vooral voor boven het Waddengebied (ca. 40 kn). Daarna rustiger door de
invloed van de rug van hogedruk. Vanaf vrijdagochtend weer toenemende
wind, 6 Bft langs de kust, 7 Bft mogelijk in het noordelijk kustgebied.

BEWOLKING:
De komende periode SC en CU bewolking, bij buien Cb's (zie neerslag). De
kans op ST is klein wegens de vrij forse gradient.

NEERSLAG:
Bij de ingedraaide occlusie/hoogtetrog buien met toppen die boven het
uiterste noorden van de FIR reiken tot FL300. Iets zuidelijker liggen de
toppen met ca. FL200 beduidend lager. CAPE waardes liggen boven het
noorden van de Noordzee overwegend tussen 400 en 700 J/kg. Onweer wordt
waargenomen en kan zich tot aan passage van het secundaire laag voor
blijven doen. Met ca. 15 kn schering is er sprake van
singlecell/multicell regime. Zuidelijker nemen de CAPE waardes snel af.

ZICHT:
Geen bijzonderheden.

TEMPERATUUR:
Landinwaarts wat meer dagelijkse gang dan in de modellen zichtbaar is.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI