Guidance modelbeoordeling voor Nederland

18-08-2019 22:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 19 augustus 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 18 augustus 2019 om 23.17 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven de Faeröer koerst noordoostwaarts en ligt aan
het begin van de nacht naar woensdag rond N68 voor de Noorse kust. Aan
de zuidflank trekken meerdere occlusierestanten over het
aandachtsgebied, die nauwelijks nog te analyseren zijn. Een kortgolvige
hoogtetrog (T500=-24°C) ligt dinsdagmiddag om 12Z langs O2 en om 20 UTC
langs O8. Een hogedrukgebied op de Atlantische Oceaan, tussen N40 en
N50, beweegt oostwaarts en heeft dinsdagavond een centrum boven
Noordwest-Frankrijk. Aan de noordflank is een zwakke Z-N georiënteerde
trekrug aanwezig, die dinsdagmiddag het westen bereikt en aan het einde
van de avond de oostgrens passeert.

MODELBEOORDELING:
Alhoewel de modellen op detail verschillen is de grootste
gemeenschappelijke deler dat de meeste neerslag in de noordwestelijke
helft van het land voorkomt en dat het pas droog wordt na passage van de
trekrug. De hoogtetrog maakt niet eens zo veel verschil door vrij droge
lucht, behalve een extra opleving aan de oostflank in het noorden van
het land.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Voor de gemiddelde wind gaan we uit van Harmonie40. Aandachtspunt zijn
de windstoten die dit model bij buien berekent. Ha40 heeft ten noorden
van Noord-Holland om 16 UTC 34-40 kn bij een intensieve bui. De
bijbehorende progtemp laat een verzadigd profiel zien, maar niet
uitzonderlijk veel wind in de kolom. Zo'n windstoot zou in dat geval
door water loading moeten komen.

BEWOLKING:
Mogelijk in het noorden later vannacht en vanochtend vorming van St. De
lucht is hier een fractie vochtiger door de aanwezigheid van een
occlusierestant en menging a.g.v. kustconvergentie doet de rest. Overdag
ontstaan er vooral in de noordwestelijke helft TCu's, met toppen FL110,
later wordt de bovenlucht kouder en zijn ook Cb's mogelijk van
FL270/300. Hoogste toppen in het noorden.

NEERSLAG:
Buien. Kans op onweer het grootst in het noorden en boven zee vanwege
koudste bovenlucht. Convectiemodus multicel.

ZICHT:
Geen bijzonderheden.

TEMPERATUUR:
Geen opmerkingen.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI