Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 17 augustus 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 16 augustus 2019 om 18.35 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidoostflank van laag tussen Schotland en IJsland voert een
zuidwestelijke stroming maritiem polaire lucht aan. Dit laag trekt
gedurende de periode langzaam zuidwaarts. Een bijbehorend frontaal
systeem met grondwarmtefront boven het midden van Engeland en het
grondkoufront boven Wales trekt oostwaarts. Komende nacht bereikt het
warmtefront het westen van het land. Het daarop volgende (golvende)
koufront bereikt zaterdagochtend het westen, trekt oostwaarts en verlaat
in de loop van zaterdagmiddag het zuidoosten, maar blijft vlak bij de
landsgrenzen slepen. Een occlusie die momenteel om het laag op de
Atlantische Oceaan is heen gedraaid, bereikt het noordwesten van het
land zaterdagavond. In de nacht naar zondag trekt een actieve golf in
het front over het zuidoosten noordoostwaarts.

MODELBEOORDELING:
In de timing van de neerslag bij het warmtefront en de golf zijn er (de
gebruikelijke) verschillen: overschatting van de eerste stratiforme
neerslag in de Hir uitvoer en vrijwel ontbreken van de gehele
stratiforme neerslag in de Harmonie uitvoer, wat niet realistisch is. De
EC uitvoer lijkt een goede leidraad. Bij het koufront nauwelijks meer
verschil in timing en positie, alle modellen laten een subtiel golfje
over of nabij het uiterste zuidoosten zien. De baan van de golf (in de
nacht naar zondag) is nog onzeker, maar het zwaartepunt van de neerslag
lijkt in de zuidoostelijke helft te vallen. Hirlam heeft de golf het
meest westelijk, in de opeenvolgende EC-runs is ook wel enige variatie
te zien. Aandachtspunt is daarbij vooral de wind, het EPS van EHBK geeft
20% kans op zware windstoten, t.o.v. EC1512 is die kans een fractie
toegenomen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Modellen zijn consistent en bruikbaar. Er staan seinen uit op de
Noordzee, ook langs de kust, 6 Bft, komende nacht langs de noordwestkust
wellicht even 7 Bft.

BEWOLKING:
Kans op stratusbewolking is het grootst bij het koufront, alle modellen
laten dat zien. De wolkenbases zouden boven het uiterste westen van de
FIR misschien nog onder 500 vt kunnen uitkomen. Op dagelijkse gang
verdwijnt zaterdag overdag op het koufront de meeste stratus en worden
de profielen in de onderste 6000-7000 vt (in het zuidoosten mogelijk tot
9000 vt) onstabiel. Dat zou enkele TCu's kunnen opleveren. Bij de
occlusie boven het noordwesten voornamelijk Sc-bewolking en een enkele
TCu, Hirlam geeft zelfs enige indicatie voor stratus. Nabij de golf in
het front in nacht naar zondag gelaagde bewolking SC/AC/NS en in het
zuidoosten mogelijk ook ST.


NEERSLAG:
Bij doorkomst van het frontale systeem (warmtefront en koufront) circa 5
mm neerslag, grootste hoeveelheid in het noordwesten. Neerslag op en
achter het warmtefront is stratiform, nabij het koufront en bij de
occlusie ook convectief (weinig CAPE en rond 10 kn effectieve schering;
single cel). Neerslaghoeveelheden bij de golf rond de 10 mm, maar
afhankelijk van de baan van de golf lokaal 10-20 mm, waarbij de nadruk
op de zuidoostelijke helft ligt.

ZICHT:
Komende nacht in de warme sector vlak voor het koufront (+ in motregen)
mogelijk slechte zichten. Verder goede condities.

TEMPERATUUR:
Vrij scherpe temperatuurgradiënt nabij de actieve golf, dus met name
voor Limburg nog een enigszins onzekere temperatuurverwachting. Al is
het wel voor 80% zeker dat het hele land aan de koude kant van de golf
blijft.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI