Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 09 augustus 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 08 augustus 2019 om 10.54 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven de noordelijke Noordzee koerst al opvullend in
de richting van Zuid-Scandinavië waar het rond middernacht arriveert.
Tot en met vanavond wordt maritiem polaire lucht aangevoerd. Rond het
laag zijn diverse occlusierestanten en/of troggen op de Noordzee
aanwezig. De cyclonaliteit raken we geleidelijk kwijt op nadering van
een rug die in de loop van de middag ons aandachtsgebied bereikt. In de
avond ligt deze rug ZO-NW georiënteerd over ons land en verlaat het
noordoost laat in de nacht naar vrijdag. Ondertussen nadert een
lagedrukgebied van het zuidwesten uit de Britse Eilanden, morgenavond
ligt dit laag boven Ierland. Een warmtefront bereikt vanavond het zuiden
van ons land, beweegt noordwaarts en verlaat het noorden morgen in de
tweede helft van de ochtend. Morgen overdag passeert er van het
zuidwesten uit vervolgens een drietal oude occlusies die dan al deels op
elkaar ingelopen zijn. De aangevoerde lucht is tijdens de passage van de
occlusies warm en vochtig, Td stijgt tijdelijk naar ca. 20°C. De
laatste occlusie passeert vrijdagavond en zou gezien kunnen worden als
het koufront, ware het niet dat we dan in getransformeerde maritiem
polaire lucht terecht komen die nog steeds vrij warm is.

MODELBEOORDELING:
De onzekerheden zitten deze periode vooral in de (buiige) neerslag. De
lijn met buien actueel boven het midden zit niet goed in de modellen, al
komen EC en HIR nog redelijk in de buurt. Boven het noordoosten hebben
alle modellen een signaal, tot halverwege de middag. Morgen zien we een
spreiding in de timing, positionering en de hoeveelheid neerslag, welke
deels stratiform en deels convectief van aard is. Omdat de occlusies op
elkaar ingelopen zijn zijn ze ook moeilijk uit elkaar te halen, een
goede beschrijving van de timing ervan is derhalve moeilijk.
Dientengevolge is ook het koppelen van neerslagpatronen aan de diverse
occlusie lastig. De Harmonies laten zoals gewoonlijk het sterkste
convectieve signaal zien, met in de avond de nadruk op het zuidoosten en
vooral België en Duitsland. H36 laat duidelijk nog een buienlijn zien
op de laatste (koufront)occlusie later in de avond, dan juist boven het
midden. HIR en EC doen iets soortgelijks, H40 helemaal niet.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanmiddag zien we een 6 Bft voor het noordelijk kustgebied. Morgen
overdag zien met een zuidoostenwind alleen verder buitengaats tijdelijk
een 6 Bft. Bji de buien boven land zien we geen hogere uitschieters dan
lokaal 35 kn, vanwege de erg vochtige lucht speelt NAPE amper een rol.
Waterloading en uitwisseling wel. H36 komt later in de avond boven het
noordoosten met 40-45 kn bij de grens met Duitsland maar op dat moment
trekt de gemiddelde wind ook al aan (criteria), voorlopig een
aandachtspunt.

BEWOLKING:
In de polaire lucht convectieve bewolking, actueel in het uiterste
noorden van de FIR nog enkele actieve Cb's met toppen tot maximaal
FL300. Boven land alleen enkele TCu, in het noordoosten mogelijk ook een
Cb, toppen FL150-200. De tophoogte neemt op nadering van de rug steeds
verder af. Elders boven land, vanwege het naderbij komen van de rug,
alleen nog wat Cu-bewolking. Vanavond en in de nacht naar vrijdag bij
het warmtefront slechts enkele Ac-of hoge Sc-velden. Morgen overdag in
het oosten en zuidoosten aanvankelijk nog opklaringen. Verder zien we
dan veel middelbare bewolking, in de middag ook steeds meer
Sc-bewolking. Tevens zien we dan ook convectieve bewolking die vanaf
enige hoogte ontstaat, progtemps laten toppen zien tot ca. FL400. Later
in de middag zien we van het zuidwesten uit weer opklaringen. De laatste
(koufront)occlusie laat maar weinig bewolking zien, H36 laat
lijnconvectie zien met enkele Cb's, Hirlam en EC dan slechts nog een
geïsoleerde Cb.

NEERSLAG:
Vanmiddag in het noorden en oosten nog een bui, de kans op onweer lijkt
heel klein en is niet opgenomen. In het uiterste noordoosten van de FIR
mogelijk nog wel, daar bedraagt de CAPE eerst nog 500 J/Kg. Het
warmtefront levert vannacht zeer waarschijnlijk nog geen significante
neerslag op. Morgen overdag zien we een mengeling van stratiforme en
convectieve neerslag, vooral de beide Harmonies laten een behoorlijke
activiteit zien. De MUCAPE bedraagt in de middag 400-700 J/kg, lokaal
700-1000 J/kg, in het zuidoosten mogelijk 1000-1500 J/kg. De effectieve
schering (1-6 km) bedraagt 20-30 kn, goed georganiseerde multicells zijn
mogelijk. De PW-waarden zijn met 40-50 mm erg hoog, maar omdat de buien
vrij snel noordoostwaarts bewegen zullen de totale hoeveelheden
waarschijnlijk niet extreem zijn, maar lokaal 20-30 mm behoort tot de
mogelijkheden. De kans op stevig onweer is reëel, de EPS van Harmonie
laat een 30% kans zien op meer dan 100 ontladingen in een SSG, in het
zuidoosten zelfs 50%. De kans op grote hagel lijkt vooralsnog niet heel
groot.

ZICHT:
In de polaire lucht buiten de buien goede zichtcondities. In de nacht
naar vrijdag bij de rug in het noordoosten kans op nevel en mist, de
beide Harmonies geven hier een signaal voor. Vrijdag in zwaardere buien
matige tot slechte zichten.

TEMPERATUUR:
Vannacht grote verschillen, in het noordoosten onder de rug plaatselijk
beneden de 10°C terwijl het in het zuiden mogelijk niet kouder wordt
dan 18°C. Morgen overdag is de Tx sterk afhankelijk van de hoeveelheid
zon, in het uiterste oosten en zuidoosten daarom mogelijk nog 27°C,
elders onder de bewolking zien we temperaturen van 22-25°C. Mogelijk
kunnen de opklaringen later in de middag in het westen ervoor zorgen dat
de maxima ook daar alsnog boven de 25°C uitkomen.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI