Guidance modelbeoordeling voor Nederland

06-08-2019 17:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 07 augustus 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 06 augustus 2019 om 18.04 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag boven Schotland koerst naar Zuid-Noorwegen, waar het
donderdagochtend arriveert. Een occlusie is inmiddels vele malen rondom
de kern gedraaid en deels opgebroken. Een deel van de occlusie ligt
vannacht langs de westkust en schampt gedurende de nacht, ochtend en de
eerste helft van de middag over de noordwestelijke helft naar
Denemarken. Een golvend koufront van de Golf van Biskaje naar de
Baltische Staten laat twee keer een golftop net ten zuidoosten van ons
land passeren: vanavond en woensdagmiddag (op iets grotere afstand).

MODELBEOORDELING:
Geen enkel model heeft de golftop actueel goed te pakken, het lijkt erop
dat ze allemaal te laat zijn. Verder valt de grilligheid van de modellen
op, van run tot run en van model tot model is het steeds weer net
anders.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Voor de gemiddelde wind kan Harmonie40 gevolgd worden. De windstoten bij
de buien in het oosten van woensdagmiddag zijn ook deze run verder
afgebouwd.

BEWOLKING:
Met de koudste lucht boven het noorden van het luchtruim zien we daar
ook de diepste onstabiliteit. Cb's halen daar toppen tot FL320. In het
midden van het land FL250. Bij de eerste golftop is er een mengvorm van
gelaagde bewolking, Sc en een ingebedde Cb met relatief lage toppen tot
FL150 te zien in de profielen. De tweede golftop trekt op grotere
afstand langs, waardoor er in het zuidoosten meer sprake is van
TCu's/Cb's op dagelijkse gang. Toppen hiervan nauwelijks boven FL100.
Bij de occlusie berekent alleen Harmonie36 nog Sc 1000-1500 vt. In de
nacht naar donderdag geeft dit model a.g.v. convergentie boven het
zuidwesten turb-St.

NEERSLAG:
Bij de eerste golftop regen en mogelijk een ingebedde bui. Bij de
occlusie lichte regen, boven zee enkele buien. Overdag ontstaan er nabij
de occlusie op dagelijkse gang enkele buien. CAPE ligt hier veelal rond
400 J/kg, in het uiterste noordoosten iets hoger. De schering is circa
15-20 kn. Matige organisatie. In het zuidoosten zien we meer CAPE,
1000-1500 J/kg. Schering hier 20-30 kn, dus betere organisatie. De
grootste onweerssignalen (INDECS, Harmonie-proxy ontladingen) vinden we
daarom in die omgeving of in de buurt ervan.

ZICHT:
Polaire lucht, dus er is minimaal een matige neerslagintensiteit nodig
om het zicht te doen verminderen.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI